De Con-Artist - deel 1 uitsnede

VERHALEN: De Con-Artist – deel 1 – Wouter van Gorp

De Con-Artist – deel 1

Wouter van Gorp

 

“Wat gebeurt er?”

“Wat is dat?”

“Zijn dat… vleugels?”

“Aza-keal i Manthoros!”

“Wat?”

“Hij probeert te spreken.”

“Ja, dat hoor ik ook. Maar wat voor taal?”

“Zenshe-aqar!”

“Frans?”

“Niv’she Vanar!”

“De vraag is: wat doet het hier?”

“En hoe krijgen we het uit mijn woonkamer?”

“Stond er achterop het boek dat dit kon gebeuren?”

“Ja, ‘tuurlijk! Een disclaimer tegen het oproepen van- hé!”

“Ralf, wat doet het?”

“Het probeert te ontsnap- kijk uit voor zijn klauwen!”

“Godsamme!”

“Wat moeten we ermee?”

“Wacht! Houd hem vast, dan haal ik-”

“Haal je wat?”

“Wat gaat hij halen?”

“Hij rent er gewoon van- hé, stil jij!”

“Tavu’elo!”

“Duivels, dat ding kan worstelen. Diemer, schiet op!”

“Ja, hebbes!”

“Wat ga je daarmee-”

Klunk!

“Ah.”

“Effectief.”

“Wat doen we er nu mee?”

 

Tweeëntwintig jaar later.

 

Een blik op de man vertelde hem genoeg.

Na jaren in het vak had hij genoeg ervaring opgedaan om de verschillende soorten bezoekers van de conventies van elkaar te onderscheiden: de hardcore fans, de panelbezoekers, de shoppers, de cosplayers en crossplayers, de verdwaalde dagjesmensen…

De man die achteraan in de rij stond viel in geen van de hokjes.

Hij was lang, een meter vijfennegentig op zijn minst. De zonnebril en regenjas zouden nog het vermoeden kunnen wekken dat het om een zeer nostalgische fan van de Matrix-films ging – een cinematografisch universum waarvan de fanbase jaren geleden al dood verklaard was – maar nee, de kleding klopte niet. Te oud. Bij elkaar geraapt.

En dan was er nog de geur. Subtiel, maar voor Marzushan onmisbaar.

Hij richtte zijn aandacht weer op de mensen voor hem, ontblootte zijn lange hoektanden.

“Dus jij wil op de foto met Glaxis, sterveling? Vijftien euro, of je ziel!”

“Dat van die ziel is een grapje,” bromde Diemer. “Vijftien euro. Cash.”

“Zwijg, fotograaf! Laat het praten aan mij over en zet deze miezerige mensen op de plaat!”

Een betaling in contanten. Poseren met de fans. Een flits. Zijn handtekening op de polaroid. Opnieuw en opnieuw. Voor een krimpende rij. Voor de man die steeds dichterbij kwam.

“En u, vreemdeling?” Marzushan grijnsde naar de lange man, zag zijn paarse huid en hoorns weerspiegeld in diens zonnebril. “Durft u op de foto met Glaxis, de Verzwelger van Betelgeuze?”

“Ik kom niet voor een foto.”

Zijn stem was het geschraap van ketenen over een rotsplateau.

“Oh nee?” Marzushan probeerde kalm te blijven. Hij kon zich vergissen, nietwaar? “Maar als u niet voor een foto komt, dan staat u hier verkeerd. Vlieg heen, en laat die dwazen achter u niet langer op hun noodlot wachten!”

“Ik denk dat ze nog wel even mogen wachten, Marzushan!

De woorden kwamen stroef en onwennig uit zijn keel, alsof ze gesproken werden door iemand die de taal had ingestudeerd.

“Ik weet niet wie u denkt dat ik ben, maar-”

“Luister, maat,” Diemer kwam tussenbeide, “of je betaalt voor een foto, of je hoepelt op. We hebben nog genoeg klanten.”

De lange man draaide zijn hoofd, keek neer op de kalende kruin van de paffige fotograaf.

“Als je blaft, moet je ook kunnen bijten,” zei hij zachtjes. “En ik betwijfel of jij dat durft.”

Diemer deed een stap achteruit.

“Dat dacht ik al. En nu…”

Hij richtte zich weer tot Marzushan. Deed zijn zonnebril af.

“Verdomme…”

“Inderdaad. Verdomme. Tijd voor een koffiepauze, broeder?”

*

De Mos-Eisley Cantina was bijna uitgestorven. Marzushan wist dat de teaser voor de nieuwste film in de Saga de meeste fans naar de grote zaal had gelokt. Dus kon hij nagenoeg in stilte van zijn peperdure moccachino genieten.

“Wat moet je met de sterveling?”

Marzushan keek omhoog van het plastic tafeltje, naar de lange man die een hijs van zijn sigaret nam. Natuurlijk was roken ten strengste verboden in alle ruimtes van de conventie. En natuurlijk gaf Ismodom daar niets om.

“De sterveling,” herhaalde hij, en gebaarde met een duim over zijn schouder naar de koddig geklede man die door een stand met stripboeken stond te neuzen. “Waar heb je hem voor nodig?”

Hij sprak in een taal die al geen duizend jaar meer op aarde was gesproken.

“Diemer?” Marzushan haalde zijn schouders op. “Hij maakt de foto’s.”

“Foto’s…”

Ismodom keek hem door samengeknepen oogleden aan, blies een wolk rook omhoog.

Marzushan zuchtte. “Wat wil je van me?”

Ismodom liet een kort lachje aan zijn lippen ontsnappen. “Is dat de juiste manier om je broeder te begroeten? Geen tijd om herinneringen op te halen? We zijn je al meer dan twintig jaar kwijt, weet je.”

“Wat een geluk dat jullie me gevonden hebben,” bromde Marzushan, die op zijn beurt Ismodom argwanend gadesloeg. “Ik weet zeker dat ik al die tijd bovenaan jullie prioriteitenlijstje heb gestaan.”

“Kom, kom. Bitterheid past niet bij je. Waar is de oude Marzushan gebleven? Die lachend het vagevuur doorging?”

“Die is er niet meer. Het wachten op Aarde werd hem teveel.”

Een tijdje zaten de twee mannen in stilte tegenover elkaar. Ismodom keek naar Marzushan. Marzushan bestudeerde de kunstig gecreëerde Darth Vader in de schuimlaag bovenop zijn moccachino.

“Ik weet waarom je hier bent,” zei hij tenslotte, zonder omhoog te kijken.

“Dan weet je ook wat ik wil horen.”

“Waar wil je dat ik begin?”

“Wat gebeurde er? We voelden dat je Geroepen werd, maar daarna… niets. Ging er iets mis met het ritueel?”

Marzushan sloot zijn ogen. Hij dacht aan die avond in april.

“Het ritueel ging prima,” zei hij. “Het was wat er daarna gebeurde…”

*

Op de betreffende avond was Marzushan inderdaad Geroepen. De sensatie kwam, als altijd, in de vorm van een commando. Een bevel vol overtuiging, dat een haak plantte in zijn borst en hem onherroepelijk naar de Aarde trok.

Recht in de kring zout.

“Wat gebeurt er?”

“Wat is dat?”

“Zijn dat… vleugels?”

Vijf mensen. Mannen. Jongvolwassen. Halfslachtige baarden en slonzige kleding. Een van de mannen, een lange kerel met een vroegtijdig kalend hoofd, stond vooraan. Om zijn nek hing een ketting in de vorm van een oog.

De sekteleider.

“Spreek tot mij, Sterveling!”

“Wat?”

“Hij probeert te spreken.”

“Ja, dat hoor ik ook. Maar wat voor taal?”

Iets klopte er niet. Geen stenen kerker. Geen altaar. Geen mannen in zwarte gewaden, geen pan met offervuur. De ruimte leek… banaal. Een woonkamer gedomineerd door een lange houten tafel, overladen met boeken en papier en kleine torentjes van…

…dobbelstenen?

“Beveel mij!”

“Frans?”

“Of laat me laven aan uw bloed!”

“De vraag is: wat doet het hier?”

“En hoe krijgen we het uit mijn woonkamer?”

“Stond er achterop het boek dat dit kon gebeuren?”

Ineens begreep hij het. Deze dwazen hadden hem per ongeluk Geroepen! Zich gewaagd aan eeuwenoude rituelen die ze niet begrepen, waar ze niet tegen waren opgewassen. Als Marzushan nu kon ontsnappen, kon hij-

“Ja, ‘tuurlijk! Een disclaimer tegen het oproepen van- hé!”

“Ralf, wat doet het?”

“Het probeert te ontsnap- kijk uit voor zijn klauwen!”

“Godsamme!”

Ze waren sterk, dat moest Marzushan ze nageven. Bovendien belemmerde de cirkel zout hem om zijn volle kracht te benutten, schroeide zijn gehoornde poten bij iedere aanraking.

“Wat moeten we ermee?”

“Wacht, houd hem vast, dan haal ik-”

“Haal je wat?”

Vanuit zijn ooghoek zag Marzushan een korte gedaante ervandoor schieten.

“Wat gaat hij halen?”

“Hij rent er gewoon van- hé, stil jij!”

“Laat los!”

“Duivels, dat ding kan worstelen. Diemer, schiet op!”

“Ja, hebbes!”

Het kort exemplaar kwam terug de kamer in rennen. Hij zwaaide rond met een gietijzeren schop, liet sporen modder achter op de houten vloer.

“Wat ga je daarmee-”

Klunk!

*

“De machtige Marzushan,” lachte de demon tegenover hem, “Geroepen door een stel amateurs. Overweldigd door een stuk tuingereedschap.”

“Ik was gedesoriënteerd,” mompelde Marzushan. Hij voelde onwillekeurig zijn wangen rood kleuren. “En hun Cirkel was stevig. Jij zou het er niet beter van af hebben gebracht, broeder.”

“Misschien, misschien.” Ismodom nam nog een trek van zijn sigaret. “Maar vertel verder, wat gebeurde er toen? Ik neem aan dat je niet wakker werd als Glaxis, de verzwelger van Betelgeuze?”

“Nee,” zei Marzushan. “Niet bepaald.”

*

Hij werd wakker in een doodskist.

Kersenhout… stevige constructie. Geen bekleding, geen comfort.

Marzushan besefte dat het wat treurigs had dat hij meteen de vergelijking kon trekken tussen deze kist en de zeventien andere waar hij ooit in had gelegen.

Thump!

Dik deksel. Jammer.

Hij zou wat van zijn reserves moeten aanspreken om zich hieruit te bevrijden. Prima, dacht hij, en sloot zijn ogen in concentratie. Het vuur in hem werd aangewakkerd, en hij voelde de donkere kracht door zijn aderen stromen. En weer wegebben.

“Hé, wat…?”

Zijn neus begreep het eerder dan hij dat deed: zout! Ze hadden de deksel van de kist bestrooid met zout. Hij kreunde. Ontsnappen zou niet makkelijk worden, zo niet onmogelijk.

Hij testte zijn zintuigen, tastte met zijn gehoor en reukzin de omgeving af. Een halve meter onder de aarde. Vijf meter van het huis. Acht meter van waar de vijf mannen aan tafel zaten.

Spaar je krachten, Marzushan. Luister naar hun gesprekken, wacht tot hun nieuwsgierigheid de overhand neemt. En dan sla je toe.

Hij knikte en zocht een comfortabele houding in de kist, zijn oren gespitst om ieder gemompeld woord van de mannen in het huis op te vangen. Hij sloeg zijn armen over zijn borst en glimlachte grimmig.

Hij had alle tijd van de wereld.

*

Hij lag er zeven jaar.

De mannen hadden zelfbeheersing, hij moest het ze nageven.

Het duurde een tijdje voordat Marzushan zich het Nederlands eigen had gemaakt. Hij had weinig om de gutturale taal mee te vergelijken, behalve misschien met Duits. En de man in wiens tuin hij lag, de kalende kerel, de leider van het genootschap, sprak nauwelijks.

Al zijn informatie moest hij halen uit de zaterdagavonden.

*

“Het was… ongelofelijk, Ismodom. Deze mannen kwamen steevast op zaterdagavond bij elkaar. Ze buurtten wat over de politiek, over hun werk, pakten er een flesje bier bij en dan… begonnen ze.”

“Begonnen ze? Met wat?”

“Met doen alsof.”

*

“De Ogre haalt uit met zijn knots. Hij raakt, je wordt een stap achteruit gedreven. Maak een rol om op je benen te blijven staan.”

“Daar gaat ie…”

“En? Je resultaat?”

“Ik blijf erbij dat ik een bonus moet krijgen als Dwerg.”

“Afgewezen. Je resultaat?”

“…Twee.”

“Je personage valt achterover, krijgt vier schade van het vallen, en krijgt een penalty op z’n verdediging tegen alle volgende vijanden die hem aanvallen!”

“Sakkerju…”

*

Ismodom trok een wenkbrauw op. “Doen alsof?”

“Het was… vreemd. Ze beeldden zich in dat ze deze zelfverzonnen personages waren, in een wereld die ze zelf hadden bedacht. Ze leefden mee met wat hun personages overkwam, deelden in hun verdriet en geluk. En tegelijkertijd… tegelijkertijd waren ze zich er ten volle bewust van dat ze als vijf volwassen mannen om een tafel in een rijtjeshuis in een Nederlands dorpje zaten.”

“Schizofrenen?”

Marzushan schudde zijn hoofd. “Acteurs, eerder. Die een voorstelling geheel en al voor zichzelf opvoerden.”

“En ze lieten jou in de grond?”

“Zeven jaar lang.”

“Afgesloten van je kracht? Zonder voeding? Hoe heb je dat overleefd?”

Marzushan glimlachte. “Wie zegt dat ik geen voeding had?”

 

Voor het tweede deel ga je naar: De Con-Artist – deel 2.

Schemerwoorden coverWouter van Gorp is docent klassieke talen en verwoed schrijver. De afgelopen jaren heeft hij zich fanatiek op het schrijven gestort, meegedaan aan vele schrijfwedstrijden en verscheidene hoge plaatsingen en prijzen verworven (2e prijs Harland Awards 2017, 4e prijs Trek Sagae 2017). Van zijn hand verscheen eerder al het Engelstalige fantasy-epos The Wanderers, part I: Spinner’s soldier. Deze week verschijnt zijn verhalenbundel Schemerwoorden, een collectie korte verhalen in de genres fantasy, scifi en historische fictie. De Con-Artist is een van de verhalen uit de bundel en won de 4e prijs Trek Sagae 2017.

Dit verhaal werd oorspronkelijk gepubliceerd onder redactie van Fantasize.nl

Redactie Modern Myths

Modern Myths brengt alles wat fantastisch is bij elkaar in één online magazine en is voor iedereen die houdt van fantasy, sciencefiction, horror en alles wat daarbij hoort. Van boeken, films, televisieseries en games tot (video)reportages van de leukste fantasy fairs en -evenementen, op Modern Myths vind je elke dag een nieuw verhaal. Leer de herkomst van al deze fantastische verhalen in achtergronden en spraakmakende interviews met (internationale) schrijvers, acteurs, muzikanten en anderen die hun leven aan het genre wijden. Gebruik onze agenda met fantasy-gerelateerde evenementen. Lees in de rubriek ‘Moderne Mythes’ nieuwe verhalen van schrijvers die hun vertelling (voor)publiceren. Met het ‘Modern Myths Nieuws’ blijf je van het laatste nieuws op de hoogte!

Official Superhero Merchandise

Reactie plaatsen

Door het plaatsen van je reactie worden persoonsgevens werwerkt zoals omschreven in onze privacyverklaring.