Als je naar klassieke boeken in het fantastische genre vraagt komen Nederlandstalige titels niet meteen naar voren. Dat is jammer, want ook in de Nederlandstalige literatuur kom je voldoende fantasy en sciencefiction tegen. Johan Klein Haneveld zet in deze Top 5 Nederlandse genreliteratuur vijf Nederlandse titels voor je op een rij die niet zouden mogen ontbreken op een lijst van klassieke Nederlandstalige Sciencefiction en Fantasy. Met natuurlijk nog een flink aantal leestips extra. Want er is meer SF en fantasy in Nederland gemaakt dan je denkt!
Op Facebook las ik dat boekenpagina Hebban een “Canon van de Nederlandstalige Misdaadliteratuur” gaat opstellen in samenwerking met thrillerschrijvers en specialisten in het genre. Deze zal in februari worden gepubliceerd. Ik ben zelf niet echt een thrillerlezer, maar het idee maakte me wel enthousiast. Op deze manier kunnen mensen inzicht krijgen in de geschiedenis van het thrillergenre in Nederland en Vlaanderen en krijgen ze een beeld van de belangrijkste werken die de afgelopen decennia verschenen. Misschien zien ze zelfs verbanden tussen de boeken en identificeren ze trends die opkwamen en verdwenen. Kortom, een initiatief dat ik van harte toejuich!
Hollandse nuchterheid
Zelf ben ik vooral liefhebber van boeken uit het fantastische genre: fantasy en sciencefiction. Ik kom bij lezers wel eens het idee tegen dat de beste verhalen in fantasy en sciencefiction uit het Engelse taalgebied komen. Maar of dat zo is, betwijfel ik. Het zijn er meer, maar dat maakt ze niet per se beter. Wellicht staat de Hollandse nuchterheid een algemeen succes van de fantastische literatuur in de weg en het is een feit dat fantasievolle auteurs zoals Marten Toonder (Olivier B. Bommel en Tom Poes) in eigen land niet de erkenning hebben gevonden die ze verdienden. Zelfs nu moet een Nederlander eerst in de Verenigde Staten doorbreken voor hij in ons eigen land populair wordt.
Eene aanmerklijke luchtreis
Maar wie goed kijkt, ontdekt toch een onderstroom van fantasie in Nederlandstalige literatuur. Adam Roberts noemt in zijn naslagwerk The History of Science Fiction de speculaties van Christiaan Huygens. En van Willem Bilderdijk die een verhaal schreef getiteld: Kort verhaal van eene aanmerklijke luchtreis en nieuwe planeetontdekking. Hij merkt daarbij op dat, omdat dit werk nooit vertaald is, het niet veel invloed had op het SF-genre. Ikzelf heb voor mijn Nederlandse lijst op de middelbare school behoorlijk wat boeken kunnen lezen die als SF of fantasy beschouwd kunnen worden. Het is niet allemaal Gerard Reve of W.F. Hermans wat de klok slaat.
Top 5 Nederlandse genreliteratuur – Fancultuur en zelfpublicatie
Ook leidde de opkomst van de fancultuur in Nederland tot gespecialiseerde SF-publicaties. De geschiedenis daarvan is te vinden in Jaap Boekesteins De kroniek van de drie zusters der dromen. Tegenwoordig zijn er veel schrijvers die zelf hun boeken publiceren of laten uitgeven bij kleine uitgeverijen. Zij zetten hun boeken of via het internet of op fantasyfestivals. Zo omzeilen ze de boekwinkel. Dit maakt het mogelijk dat veel meer fantastische literatuur in het Nederlandse taalgebied beschikbaar komt. Veel van dit werk is echter schatplichtig aan de Engelstalige fantasy en dan met name die van Tolkien. De geschiedenis van het genre in de eigen taal lijkt bijna te zijn vergeten.
Daarom zou ik ook graag een Canon van de Nederlandstalige Sciencefiction en Fantasy willen zien. In mijn eentje ga ik die niet opstellen, vooral niet omdat ik nog lang niet alles heb gelezen dat er op thuis zou kunnen horen. Hieronder volgt daarom een volkomen subjectieve Top 5 (of eigenlijk Top 10) van de Nederlandstalige Fantastiek!
1 – De wereld gaat aan vlijt ten onder (Max Dendermonde)
Al van jongs af aan las ik bijna niets anders dan sciencefiction. Voor de literatuurlijst op het VWO moest ik me opeens wagen aan de ‘Literatuur’. Om eerlijk te zijn hield ik dat alleen vol door tussendoor SF-boeken uit de bibliotheek te halen. De Engelse lijst kostte me ook aanzienlijk minder moeite. Gelukkig wees iemand me op De wereld gaat aan vlijt ten onder van Max Dendermonde. Dit boek komt uit 1966 en heeft ook een zekere hippieachtige mentaliteit. Hoofdpersoon Alec J. Weatherwood belandt in het wetenschappelijk centrum van Oaklake. Daar werken mensen aan teleportatie, een camera die zowel de wereld als de ruimte kan afspeuren en automatische vertaaltechnologie – middelen waarmee de mens nog meer werk zou kunnen verzetten. Alles moet maar efficiënter. Volgens Weatherwood is dat de ziekte van de huidige tijd. “Miljoenen mensen die allemaal meer willen wezen dan miljoenen mensen. Dat geeft zoveel narigheid.” In dit met veel humor vertelde verhaal delft de moderne dadendrang het onderspit. Ik heb er destijds erg van genoten en toen mijn jongere broer Marten klaagde dat hij vervelende boeken voor de lijst moest lezen, raadde ik hem dit boek aan. Hij werd meteen fan.
De Wereld gaat aan vlijt ten onder (tweedehands)
Een ander boek dat ik me nog goed herinner van het lezen voor de lijst is Blokken, knorrende beesten, Bint van Ferdinand Bordewijk. De drie novellen waaruit deze bundel is samengesteld dateren allemaal uit de jaren 30 van de vorige eeuw. Bijna negentig jaar oud dus. Bordewijk was Aldous Huxley zelfs nog een jaar voor: Brave New World dateert uit 1932 en Blokken uit 1931. Blokken is een dystopie over een rechtlijnige staat die haar inwoners weinig vrijheid laat. De sfeer was erg beklemmend. De sobere schrijfstijl draagt daaraan bij. Zeker een klassieker. Jammer dat hij niet meer Nederlandse schrijvers inspireerde tot het schrijven van dit soort literatuur.
2 – Nieuwe maan (Anton Koolhaas)
Van sommige schrijvers die ik ontdekte bij het lezen voor de Nederlandse lijst werd ik echt fan. Van hen probeerde ik ook, zonder dat het verplicht was, zoveel mogelijk te lezen. Dat gold bijvoorbeeld voor Anton Koolhaas. Hij schreef over dieren. Dat sprak mij natuurlijk aan. Soms waren het bestaande dieren. Een verhaal over vissen in een verdrogend aquarium staat me nog steeds bij. Hij schreef ook regelmatig over fantasiedieren. Zoals wezens die in de schoorstenen van huizen leven. Of de hoedna’s in Vanwege een tere huid. Het boek dat me het meest aansprak was Nieuwe maan uit 1987. In dit boek gaan hoofdpersonen Marij en Enno buiten Nederland wonen boven een rotskust. Enno verkent er de grotten onder het huis. Daar ontdekt hij een heel ecosysteem dat bijna buitenaards aandoet. Uiteindelijk ziet hij zelfs hoe het mogelijk is dat het strandje beneden bij nieuwe maan steeds verdwijnt… De ondergrondse wereld is een knap staaltje van biologische verbeelding – met kreeften, enorme platvissen en reusachtige vogels. Ik moet er met enige regelmaat aan terugdenken.
Nieuwe maan - Anton Koolhaas (tweedehands)
Een andere schrijver die ik omarmde, was Belcampo (een pseudoniem van Herman Pieter Schönfeld Wichers). Wie denkt dat Nederlanders geen fantastische verhalen kunnen schrijven, zou zijn korte verhalen eens moeten lezen. Elk ervan is een meesterwerk, waarin geen woord teveel staat. En ze zijn zo geschreven dat je ze jaren later nog kunt navertellen. Het diepe ravijn uit Het verhaal van Oosterhuis verschijnt nog steeds voor mijn geestesoog als ik eraan terugdenk, compleet met insecten met grote ogen. En het lot van de vriend uit Bladzijde uit het dagboek van een arts doet me nog steeds rillen. Geweldige slotzin ook.
3 – Ganymedes 1 (samensteller: Vincent van der Linden)
Ik denk eigenlijk niet dat ik Ganymedes 1 voor mijn lijst had mogen lezen. Maar deze bundel uit 1976 laat wel zien dat het SF-genre in ons taalgebied stevig voet aan de grond had gekregen. Deze verhalen spiegelen zich aan de ontwikkelingen van het genre in het Engels taalgebied, waar de decennia daarvoor al veel korte verhalen werden gepubliceerd in tijdschriften zoals Astounding Science Fiction en Fantasy & Science Fiction. Veel van deze verhalen werden verzameld in bundels. Nederlandstalige auteurs wilden zich ook aan korte SF-verhalen wagen, maar beschikten over weinig publicatiemogelijkheden. De Ganymedes-reeks voorzag voor hen in een behoefte. Ik herinner me dat ik het verhaal Het schoolreisje van Wim Burkunk als tiener ergens heb gelezen, maar weet niet of dat in deze bundel was. Dat verhaal vind ik nog steeds het beste uit deze bundel. Maar er staan ook verhalen in van Ef Leonard, Bob van Laerhoven en Eddy Bertin. De beste verhalen vond ik Meesterschap (met een lekker naar einde), Mijn hobby (waarin de spruitjeslucht goed paste) en Rafflesia, een effectief horrorverhaal.
Er kwamen in de jaren 70 ook al verhalenbundels uit die waren geschreven door een enkele auteur. De eerste daarvan was Werelden onder de horizon van Carl Lans. Hij was al bekend van Wedloop met een Nova en Testwerelden van de Galaxie. Die laatste had mijn vader in de kast staan en waarvan ik als kind erg genoot. De bundel Werelden onder de horizon bevat negen losjes samenhangende verhalen die heel verschillende toekomsten beschrijven. Ik vond ze spannend en fantasievol. Hij beschrijft bijvoorbeeld hoe mensen opeens heel klein zijn en een straat moeten oversteken. Daarbij vormen waterdruppels met hun oppervlaktespanning de grootste bedreiging.
4 – Kinderen van moeder aarde (Thea Beckman)
In de jeugdliteratuur is het gebruik van genre-elementen ook in het Nederlandse taalgebied van oudsher meer geaccepteerd. Fantasie wordt kennelijk wel goed gevonden voor kinderen, terwijl volwassenen zich met “serieuze zaken” moeten bezighouden. Rare gedachte, maar dat terzijde. Veel kinderboeken vallen onder de fantastiek. Ik denk aan Erik en het klein insectenboek van Godfried Bomans. Maar de absolute klassieker in mijn ogen is de Thule-triloge van Thea Beckman, waarvan Kinderen van moeder aarde het eerste deel is. Toen ik het voor het eerst las als tiener sprak het erg tot mijn verbeelding en verzon ik zelf ook een eigen wereld waarbij de polen waren verschoven. Maar enkele jaren geleden herlas ik het en het bleek de tand des tijds prima te hebben doorstaan. De serie is nog steeds steengoed. Er is een zorgvuldig uitgedachte alternatieve beschaving die in conflict komt met de mensen van het oude Europa, waar kapitalisme en nationalisme nog hoogtij vieren. Dat allemaal met sympathieke personages in een levendig beschreven toekomstig Groenland. De boodschap van dit boek is nog steeds actueel. Moderne jeugdboeken zijn misschien wat compacter geschreven, maar dit is een klassieker die zijn plek zal blijven behouden.
Kinderen van Moeder Aarde € 17,99
Een andere jeugdklassieker is Torenhoog en Mijlenbreed van Tonke Dragt uit 1969. Planeetonderzoeker Edu verblijft op Venus, waar nog wouden groeien. Op aarde is geen natuur meer overgebleven. Helaas zijn de bossen van Venus gevaarlijk, waardoor mensen in een koepel moeten verblijven. Op een dag stort Edu neer in het woud. De beschrijvingen van de kleurrijke bossen van Venus en hun effect op Edu zijn nog steeds prachtig.
5 – De schrijvenaar van Thyll (Peter Schaap)
Toen in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw Engelstalige auteurs als Terry Brooks, Tad Williams, Stephen Donaldson en Robert Jordan aan populariteit wonnen, waagden uitgevers zich ook steeds vaker aan fantasyboeken van Nederlandse auteurs. Ze begonnen bijvoorbeeld boeken te publiceren van Wim Gijsen. Maar ook Peter Schaap maakte naam als fantasyauteur. Hij genoot al enige bekendheid als zanger (Adem mijn adem!), maar wist ook als fantasyschrijver een trouwe schare fans te verzamelen. Ik las van hem bijvoorbeeld De schrijvenaar van Thyll, dat voor het eerst uitkwam in 1987. Een spannend en humoristisch tovenaarsverhaal met een flinke scheut invloed van Jack Vance. Absoluut een vermakelijk verhaal met een leuk einde. Zijn De wolver van twee jaar daarna schijnt ook heel goed te zijn, maar die heb ik nog niet gelezen. Peter Schaap schrijft nog steeds en zijn SF- en fantasyverhalen zijn nog steeds onderhoudend.
De schrijvenaar van Thyll (heruitgave)
Een andere schrijver die rond dezelfde tijd opkwam was Tais Teng. Hij publiceerde al korte verhalen in enkele van de eerste Ganymedes-bundels. Vooral als schrijver van horrorverhalen voor kinderen wist hij naam te maken. Hij behoorde tot het roemruchte ‘Griezelgenootschap’. Zijn fantasie is binnen het Nederlandse taalgebied ongeëvenaard. Hij schrijft net zo makkelijk horror als sciencefiction of fantasy, vindt zelfs nieuwe genres uit (zoals Ziltpunk, in de bundel Orkaanhoeders en Dijkenfluisteraars met Jaap Boekestein) en je kunt geen verhalenbundel openslaan zonder een verhaal van zijn hand tegen te komen. Een van de meest fantasievolle is Schaduwschepen, het eerste deel van de Gran Terre-sage. Met zijn publicatie in 2009 is dit het meest recente boek in deze lijst, maar hij verdient die plek door de geweldige wereld vol bizarre details en verwijzingen. Absoluut een aanrader.
Top 5 Nederlandse genreliteratuur – Canon van de Nederlandstalige sciencefiction
Als er inderdaad een Canon van de Nederlandstalige Sciencefiction en Fantasy zou komen, horen bovengenoemde titels daar volgens mij zeker in thuis. Verder mogen de eerder genoemde Bommelverhalen van Marten Toonder niet ontbreken en zou er ook een boek van Louis Couperus, bijvoorbeeld Stille Kracht, in moeten staan. Wim Gijsen moet een plek krijgen, net als Hex van Thomas Oldeheuvelt, een van de weinige Nederlandstalige werken die ook internationaal bekend is geworden. De ontdekking van de hemel zou ook kunnen worden opgenomen en ik vind dat van Godfried Bomans ook zijn Sinterklaasverhalen niet vergeten mogen worden. Het is al wel duidelijk, denk ik: dit artikel had nog veel langer kunnen zijn! Wat zijn jouw favoriete Nederlandstalige SF- en fantasyverhalen?
Johan Klein Haneveld – Top 5 Nederlandse genreliteratuur
Johan Klein Haneveld schreef tot nu toe achttien boeken, waaronder de verhalenbundel Ruisreizigers en de fantasyroman Hoeder van de vulkaan. Hij stelde daarnaast een bundel samen met SF-verhalen over klimaatverandering: Voorbij de storm. Zijn korte verhalen verschenen onder andere op Modern Myths, in de tijdschriften Fantastische Vertellingen, HSF en SF Terra en in bundels zoals Ganymedes 20, Tenenkrommende Verhalen en Lovecraft in de polder.
Voorjaar 2021 verschijnen van Johan de horrorroman Scherven vol ogen en de dystopische SF-roman De Groene Toren. In dat najaar volgt zijn young adult roman Het denkende woud. Lees ook zijn essays op Fantasy Schrijven.
Meer columns als Top 5 Nederlandse genreliteratuur van Johan Klein Haneveld? Kijk in onze rubriek Columns!
Top 5 Nederlandse genreliteratuur: © 2019-2024 Modern Myths
Reactie plaatsen