Bossen en oerwouden spreken tot de verbeelding. Niet alleen bloeit en groeit er een grote diversiteit aan planten, in het struikgewas ritselt en leeft ook van alles. In sciencefiction- en fantasy-verhalen wordt dankbaar gebruik gemaakt van die omgevingen. Zo kom je er elfen tegen of – als je pech hebt – een predator. Auteur Johan Klein Haneveld dwaalt graag door dat natuurschoon. In het echt en literair. Lees in zijn Top 5 Bossen en Oerwouden in sciencefiction en fantasy waar je echt eens moet gaan wandelen.
Als kind keek ik er altijd naar uit om op bezoek te gaan bij mijn opa en oma. Niet om daar koffie te drinken, maar om – als dat voorbij was – met mijn jongere broer Marten naar het bos te gaan. Daar brachten we wandelend en spelend uren door. We vonden takken die voor ons als zwaarden en geweren konden dienen. We zochten naar eikels en beukennootjes en klommen knoestige bomen in. Bovendien was het bos gewoon mooi: de manier waarop bundels zonlicht door de bladeren vielen, hoe varens hun bladeren ontrolden, hoe ergens buiten zicht vogels zongen.
Waarom het zo leuk was er te spelen, was misschien ook omdat het een beetje gevaarlijk was. In een bos kun je namelijk makkelijk verdwalen. Je hoeft maar een beetje van het pad af te gaan en opeens lijkt elke boom op elke andere. En als het dan gaat schemeren, hoor je daarnaast niet alleen lieflijke vogels, maar ook verontrustendere geluiden. Het is makkelijk elkaar angst aan te jagen. Dat daar, in die schaduw, is dat een beer? Is dat een wolf?
Sprookjes uit de bossen
Bossen spraken niet alleen mijn broer en mij tot de verbeelding. Niet voor niets spelen bijna alle Europese sprookjes zich af in bossen. Roodkapje, Hans en Grietje, Klein Duimpje; ga zo maar door. Elfenrijken bevinden zich ook vaak in bossen. Als je daarin terechtkomt, blijf je soms eeuwen weg. Niet voor niets heet de musical van Stephen Sondheim over sprookjes Into the woods. Het bos is een plek waar je zowel schoonheid als dreiging kunt tegenkomen en waar je met jezelf geconfronteerd kunt worden. En als je niet de juiste tekenen volgt, vind je de weg naar buiten bovendien niet terug.
Top 5 Bossen en Oerwouden – De longen der aarde
Woestijnen kunnen hetzelfde doel dienen in een verhaal. Maar woestijnen komen vaak dor en doods over, terwijl bossen bruisen van leven. Bossen zijn ook belangrijk voor ons voortbestaan. Bomen kunnen brandstof leveren als we ze kappen en dienen als bouwmateriaal. Maar ze zijn niet alleen maar belangrijk als grondstof. Ze produceren ook zuurstof. De oerwouden rond de evenaar vormen de longen van onze aarde.
Het zijn ook nog eens de plekken met de hoogste mate van biodiversiteit. Op elk niveau in het bos zijn weer andere levensvormen te vinden. Willen we klimaatverandering tegengaan, dan moeten we bomen aanplanten. Maar het duurt jaren voor die significante hoeveelheden CO2 vastleggen. Het is veel effectiever om de bestaande bossen te beschermen.
Rijk aan betekenis en leven
Dat bossen zo rijk zijn aan betekenis en aan leven, maakt het des te pijnlijker hoe zorgeloos mensen ermee omgaan. Niets is zo triest als een veld van boomstronken. Bomen die in honderden, zo niet duizenden jaren groot zijn geworden, zijn met een kettingzaag binnen een dag geveld. Het verdwijnen van een bos voelt op de een of andere manier tragischer aan dan het omploegen van een grasveld. Tolkien maakt hiervan gebruik als hij laat zien dat Saruman slecht is, door hem de bomen van Fangorn te laten omkappen.
Top 5 Bossen en Oerwouden – Reuzenmotten en schimmeldraden
Het is gezien al deze aspecten dus niet verwonderlijk dat ook in mijn eigen verhalen regelmatig bossen en oerwouden voorkomen. Mijn novelle Acmala speelt zich af in de wouden van Gesmer op de wereld van Dizary. Een expeditie is op weg om de oorsprong te achterhalen van de reuzenmotten die Dizary teisteren. Tussen de bomen stuiten ze op enorme insecten, zwevende vissen en het grootste gevaar: hun eigen botsende belangen.
In mijn Young Adult-roman Het denkende woud draait alles om het bos waar de hoofdpersonen leven. De bomen zijn namelijk zo aangepast dat ze mensen voorzien van energie en voedsel. Ze vormen ook nog eens een netwerk via ondergrondse netwerken van schimmeldraden. Maar de mensen zijn niet de enigen die ervan gebruik maken. Sterker nog – het bos heeft misschien meer invloed op hen dan andersom… Iets wat ook terugkomt in mijn Top 5 Bossen en Oerwouden in sciencefiction en fantasy.
1 – Hothouse (Brian Aldiss)
Hothouse van Brian Aldiss was een van mijn favoriete SF-boeken die ik als tiener heb gelezen. En ook al heb ik het sindsdien niet meer tot me genomen, heel wat scènes uit het boek staan me nog helder voor ogen. Het verhaal speelt zich af in de verre toekomst van onze planeet die niet langer om zijn as draait. Elk leefbaar gebied is bedekt door een enorm oerwoud. Behalve een paar soorten, zijn dieren uitgestorven. Planten jagen op alles wat beweegt, ook op andere planten. Een paar van de laatste mensen maken een lange reis waarin ze bizarre levensvormen tegenkomen. Zoals mensen die in symbiose leven met planten of enorme planten die naar de maan reizen en zelfs een intelligente schimmel. Dit boek was een grote inspiratiebron voor het verhaal Symbiose in mijn bundel Ruisreizigers.
Het is best mogelijk dat ook M.R. Carey het heeft gelezen, want zijn The Book of Koli speelt zich ook in de toekomst af. De laatste menselijke gemeenschappen zijn van elkaar gescheiden door uitgestrekte wouden. De bomen kunnen bewegen en knuppelen mensen neer. En er zijn nog gevaarlijkere levensvormen… Het is interessant geschreven in het eenvoudigere dialect van de hoofdpersonen. Koli gaat net als de personages uit Hothouse op zoek naar hoop en komt op zijn weg bizarre wezens en mensen tegen. Een aanrader.
2 – Torenhoog en mijlen breed (Tonke Dragt)
Als kind maakte Torenhoog en mijlen breed van Tonke Dragt al een enorme indruk op me. Edu Jansen komt, van een aarde waar geen natuur over is, terecht op Venus waar nog wel wouden zijn. Wouden ‘als vuur zo heet, torenhoog en mijlen breed’. De wouden zouden gevaarlijk zijn, maar natuurlijk stort Edu neer. Hoe hij uiteindelijk zijn ruimtepak uit durft te doen en voor het eerst werkelijk de schoonheid van het bos ervaart in al zijn kleuren en geuren, sprak tot mijn verbeelding. Het boek is geschreven voor kinderen, maar zoals de beste kinderboeken is het ook te lezen door volwassenen. Bovendien bevestigde dit boek voor mij toen al dat ook Nederlandse auteurs mooie sciencefiction kunnen schrijven.
Koop Torenhoog en mijlen breed - Tonke Dragt
De schoonheid van bossen komt ook tot uiting in Dark Eden van Chris Beckett. Ook dit boek speelt zich af op een andere planeet, waar na een schipbreuk aardse astronauten zijn geland. Hun verre nakomelingen leven er nog steeds. Ze worden geplaagd door inteeltverschijnselen en als de grondstoffen in het dal waar ze zich bevinden opraken, moeten ze een moeilijke keuze maken. Eigenlijk is het boek een variant op Lord of the Flies, maar dan in de ruimte. Het is een indrukwekkend verhaal, maar vooral de schoonheid van het woud is me bijgebleven. De planeet drijft namelijk los door de ruimte en de begroeiing haalt alle energie uit de bodem. Bovendien geven alle bomen licht, in verschillende kleuren. Het is een prachtige omgeving om in rond te dwalen, maar om er je leven lang te wonen?
3 – Avatar (James Cameron)
Natuurlijk heeft de film Avatar van James Cameron tekortkomingen. Die zijn ook in tal van beschouwingen uiteengezet. Vooral de herhaling van het “white saviour”-motief had wel voorkomen kunnen worden. Maar wat niet te ontkennen valt, is dat Cameron fantastische actiescènes kan neerzetten. En een geweldige SF-wereld in beeld kan brengen. Zo ook hier. Het woud van bomen die via de wortels met elkaar verbonden zijn, zit vol leven en schoonheid. Dat is iets waar de hoofdpersoon langzaam de ogen voor leert openen. De meeste mensen zijn er echter blind voor en willen het bos vernietigen om zeldzame grondstoffen te bereiken. Op het moment dat ik dit bericht schrijf, zetten actievoerders zich in om te voorkomen dat het Sterrebos in Sittard-Geleen moet wijken voor een autofabriek. Nederland laat daarmee helaas zien net zo hebzuchtig te zijn als de industriëlen uit Avatar.
Ik moest ook aan Avatar denken bij het lezen van The Word for World is Forest van Ursula Le Guin. Dit is een wat ouder sciencefictionverhaal dat toch modern aanvoelt door de realistische personages die Le Guin weet te introduceren. En door haar sterke gevoel voor diepere betekenissen. Ook hier zijn mensen op een andere planeet geland en kappen ze de bossen kaal. De inheemse levensvormen behandelen ze als slaven. Maar deze wezens zijn niet weerloos. Ze communiceren met elkaar via dromen en komen uiteindelijk in opstand. Dat heeft echter ook blijvende gevolgen voor hun eigen gemeenschap. Want tot ze de mensheid van hun planeet wegjoegen, kenden ze het concept van “moorden” niet…
4 – The Forest of Zil (Kris Neville)
Soms zijn het de bewoners van bossen die terugvechten, soms neemt het bos zelf de wapens op. Zoals in het korte verhaal The Forest of Zil van Kris Neville dat ik lang geleden voor het eerst las. Het einde van het verhaal stond me na al die tijd nog bij, maar de titel en auteur was ik vergeten. Een speurtocht op Google leverde me niets op. Uiteindelijk besloot ik dan maar oude SF-bundels uit mijn collectie door te bladeren. En ja hoor, in de eerste die ik oppakte – Gesprek met een lemming – kwam ik het verhaal al tegen. En daar las ik die laatste woorden weer, in de context van het verhaal huiveringwekkend: ‘Op de verre planeet bewoog het woud zich in het warme zonlicht op de vlagen van de zachte wind, het maakte geluid, zil, zil, zil, en er kwam niemand om de bomen om te hakken.’
De woede van het woud kun je maar beter niet op je hals halen. Dat blijkt ook in The Chronicles of Thomas Covenant, the Unbeliever van Stephen Donaldson. Dit waren lang mijn favoriete fantasyromans. Het concept van iemand die niet gelooft in de wereld waarin hij terechtkomt, was geniaal. En de worsteling van de hoofdpersoon tegen wanhoop was voor mij, door mijn ervaring met depressie, nogal herkenbaar. Als Thomas Covenant de eerste keer in het Land komt, is het “Ene Woud” dat het ooit bedekte verdwenen. Er zijn nog een paar bossen over die worden verdedigd door Forestals, wezens die door het woud zelf gemaakt zijn. Ze keren zich tegen iedereen die het slecht voor heeft met de bomen, monsters of mensen. Ik vond het verdwijnen van de bossen uit het Land altijd tragisch en het idee van speciale beschermers die de laatste resten van de bossen verdedigen, had iets prachtig poëtisch.
5 – The Lost Boy (Greg Ruth)
Bossen figureren ook vaak in sprookjesverhalen als de plek waar magie zich verborgen houdt. Het stripverhaal The Lost Boy van Greg Ruth – met realistische tekeningen in zwartwit – refereert daaraan. Een jongen ontdekt een oude bandrecorder. Als hij de opnames beluistert, komt hij een mysterie op het spoor. Jaren geleden is er namelijk een andere jongen spoorloos verdwenen. En een mystieke aanwezigheid in het bos zou daarbij een rol hebben gespeeld. De sfeer van de sprookjesverhalen, zowel de onschuld van pratende dieren als de gruwel van monsters in de schaduwen, wordt in deze strip prachtig tot leven gebracht.
Soms is het ook onze eigen fantasie die bossen tot leven brengt. Dat doet het meisje Navis in In vuur en vlam (Konvooi 1 door Jean David Morvan en Philippe Buchet). Zij overleefde als kind het neerstorten van een ruimteschip en leeft van de natuur, met haar enorme beertijger als vriend. Ze springt van tak naar tak en vangt vissen in de rivier. Dan komt er een ruimteschip met kolonisten. De buitenaardse wezens willen op de planeet wonen. Daarvoor moeten ze wel het klimaat veranderen en dat betekent het einde van het bos en zijn bewoners… De stripverhalen in de Konvooi-reeks zijn ten eerste prachtig getekend en heel fantasievol. Maar ze zijn ook nog eens behoorlijk complex en weigeren eenvoudige antwoorden te geven op ingewikkelde ethische dilemma’s. Ook in dit verhaal is het niet duidelijk wie het meeste recht heeft op de planeet. Navis die er opgroeide, of de kolonisten die al heel lang geen eigen thuisplaneet meer hebben?
Johan Klein Haneveld – Top 5 Bossen en Oerwouden in sciencefiction en fantasy
Johan Klein Haneveld schreef tot nu toe 22 boeken, waaronder de horrorroman Scherven vol ogen en de Young Adult-roman Het denkende woud. Zijn nieuwste werk is het dystopische De groene toren. Zijn korte verhalen verschenen onder andere op Modern Myths, in de tijdschriften Fantastische Vertellingen, HSF en SF Terra en in bundels zoals Ganymedes 21, Verhalen Vertellers 2 en Poe in de polder.
In 2022 verschijnt van Johan de SF-roman De zwarte schim en de door hem samengestelde bundel De bar met de duizend deuren. Lees ook zijn essays op Fantasy Schrijven.
Meer columns als Top 5 Bossen en Oerwouden in sciencefiction en fantasy van Johan Klein Haneveld? Kijk in onze rubriek Columns!
Top 5 Bossen en Oerwouden in sciencefiction en fantasy: © 2022-2024 Modern Myths
Reactie plaatsen