Duizendpoot Koen Romeijn is muzikant en (sciencefiction)schrijver. Zijn boek De Strop Ploeg gaat over de ontevreden Evan C. Deleir, een einzelgänger die zich niet thuisvoelt in de moderne, futuristische maatschappij waarin het verhaal zich afspeelt. Koen Romeijn bekijkt de wereld ook met een eigen blik en is niet bang om zijn mening met zijn publiek te delen. Het Modern Myths interview met Koen Romeijn is een open en diepgaand gesprek geworden.
Benieuwd naar het werk van Koen Romeijn? Lees de Modern Myths-recensie van De Strop Ploeg.
- Koen, je bent muzikant en schrijver. Waar ben je momenteel druk mee?
Op dit moment bereid ik voor mijn band Heidevolk een korte trip naar Moskou voor. We spelen veel in het buitenland. Onze muziek past bij festivals als Castlefest en Elfia. We spelen ‘Folkmetal’, een combinatie tussen traditionele metal uit de jaren 80/90, vermengd met Folk-invloeden, aangevuld met onder andere violen, nyckelharpa en een heus koor. We zingen in het Nederlands, met teksten over de Germanen, Bataven, Friezen, Saksen, de val van het Romeinse Rijk. Dat soort verhalen en legenden.
De band bestaat al vijftien jaar, ik zit er sinds drie jaar bij. De band heeft een gigantische fanbase en er zijn zes albums uit. Ik moet gemiddeld twee keer per jaar op een lange tournee in Europa en daarbuiten en daaromheen doen we veel losse shows en festivals. We staan dit jaar bijvoorbeeld op Wacken in Noord-Duitsland. Dat is vijf, zes dagen lang. Wacken is een van de grootste metalfestivals ter wereld. Daar een show doen is een grote eer voor ons. Wij headlinen op zaterdag het Wackinger Stage-podium in de Medieval Village. Ik ging als tiener al naar dat festival. Daar nu zelf staan is heel gaaf.
- Je bent gitarist en schrijver. Hoe ziet een dag er voor jou uit?
Heel wisselend. Als ik met de band bezig ben, ben ik muzikant, geen schrijver. Naast het schrijven werk ik als freelancer ook in de audio/visuele hoek. Ik maak muziek voor apps en bij reclamefilmpjes. Die zaken probeer ik zo goed mogelijk te combineren.
- Schrijf je voor de band ook teksten?
Nee, momenteel niet. Ik schrijf wel muziek voor Heidevolk. Sinds 1995 werk ik met bands, ik ben al 23 jaar actief met optreden en schrijven. Het songtekstschrijven ontdekte ik toen ik een jaar of vijftien was. Ik was ook zanger in ons eerste bandje.
- Wanneer ben je overgestapt naar de literaire teksten?
Een jaar of vier, vijf geleden ineens. Ik ging voor de grap wat losse columns schrijven, wat gal spuwen en frustraties uiten met een komische inslag. Dat ben ik op internet gaan publiceren. Toen kwam ook het idee voor De Strop Ploeg.
- Zijn dat voor jou twee verschillende dingen, songteksten en proza?
Ik zie het als twee verschillende dingen. Het heeft raakvlakken, maar met songteksten schrijf ik op muziek tekst. Dan is er een basis. Je kijkt dan wat je op dat metrum en ritme kunt verzinnen. Dat is vrij technisch: wat past? Ik schrijf ook wel eens een losse tekst, maar negen van de tien keer kan ik hem dan niet op een nummer plaatsten. Ik kies echt voor het luisteren naar muziek en dan laat ik de woorden komen. Achteraf ga ik dan schaven. Het is strooien met woorden, dat uiteindelijk toch een geheel wordt. Naarmate de jaren vorderden kreeg ik wel een meer poëtische inslag en kwam er een boodschap in de teksten voor de luisteraar.
Uiteindelijk kon ik daar niet voldoende meer in kwijt en toen ben ik columns gaan schrijven. Dat is een heel natuurlijke evolutie geweest. Het idee voor het boek kwam echter abrupt. Ik zat op dat moment in loondienst, waar ik administratief werk deed. Ik was in mijn hoofd altijd bezig met creatieve dingen. Daar achter het bureau waar ik cijfertjes in zat te tikken, dacht ik na over optredens, songteksten en andere dingen die ik snel in mijn telefoon intikte. Dat ging ik ook doen met ideeën voor columns en toen kwam op een bepaalde dag dat idee voor De Strop Ploeg in mijn hoofd. De setting, de verhaallijn, het personage, het viel ineens binnen.
- Heb je veel moeten schrappen van dat ideedocument dat je er toen van maakte?
Ik heb mezelf moeten bedwingen om er niet meer materiaal in te verwerken, omdat het anders niet het sciencefiction verhaal werd dat ik wilde schrijven. Maar ik had in eerste instantie het idee dat ik het boek in het Engels moest schrijven, daar twijfelde ik niet aan. Ik denk dat dat komt omdat mijn songteksten in het Engels waren, het was niet per se een bewuste keuze om een groter publiek te bereiken. Het idee zat ook in het Engels in mijn hoofd. Ik denk dat ik 70 tot 80 pagina’s aan een stuk heb geschreven, de ideeën bleven komen.
Maar toen sloeg de twijfel toe. Wat als het toch een echt boek kan worden? Is mijn Engels daar wel goed genoeg voor? Je bent als Nederlander toch beperkt, het zal nooit zo goed zijn als dat van een native speaker. Je mist een bepaalde beeldspraak en woordkeuze. Toen heeft alles even stil gelegen en daarna nam ik de beslissing om het te vertalen naar het Nederlands.
Het ging van een filmscript naar een persoonlijk verhaal tijdens het vertalen. Het was ook de eerste keer dat ik in het Nederlands schreef. Dat was een omslag. Ik heb er rustig de tijd voor genomen om alles naar tevredenheid te vertalen.
- Heeft dat ook zijn weerslag gehad op je songteksten?
Jazeker, ik heb er een paar in het Nederlands gemaakt, maar nog niet gebruikt. Maar ook mijn Engelse teksten zijn beter geworden. Het beginnen van dat schrijfproces heeft een hoop veranderd. Het was een echte levensles. Een hele belangrijke.
- Wanneer heb je het verhaal durven vrijgeven?
Toen ik het manuscript klaar had, heb ik een oproep geplaatst op social media. Ik benaderde een aantal mensen om het boek te lezen. Ik ben erg perfectionistisch, dus als ik iets doe, wil ik er alles uithalen. Negen van de tien keer lukt dat niet, maar ik streef er wel naar. Uiteindelijk heb ik het boek naar tien mensen gestuurd die het proefgelezen hebben. De helft waren vrienden, de andere helft vreemden. Daar kwam wel het een en ander aan kritiek op terug. Ik vroeg ook naar een ongezouten mening. De kritiek was best hard en toen ik daar klaar voor was, heb ik alles vanaf pagina één herschreven.
- Er was dus echt een versie voor en een versie na de proeflezing?
Ja. Nadat ik dat klaar had, ben ik uitgevers gaan benaderen. Ik stelde een lijstje samen en ik stuurde het boek als eerste naar Futuro. Die waren gelijk geïnteresseerd en zo is het gekomen.
- Waarom heb je gekozen voor sciencefiction?
Sciencefiction is waar ik van hou. Ik ben daarmee opgegroeid, Star Trek met name. Alle series fascineren me mateloos. Die ideeën, er zit iets in wat me triggert. Daarnaast hou ik ook van sterrenkunde in het algemeen, de wetenschap. Ik durf mezelf sinds kort amateurastronoom te noemen en heb een joekel van een sterrenkijker aangeschaft. Daarnaast heb ik veel boeken over de kosmos. Je zou kunnen zeggen dat ik ze spaar (lacht).
- Wie zijn je favoriete auteurs?
Asimov is een van mijn grote helden. Niet alles wat hij geschreven heeft, raakt me, maar zeker de Foundation-reeks en de verhalen over de robots. Ik heb ook veel over Stephen Hawking gelezen. Arthur C. Clarke, de originele uitgave van 2001: A Space Odyssee. Dat is waarschijnlijk mijn favoriete boek. De vervolgen vind ik minder.
- Lees je ook moderne schrijvers? Lees je veel?
Toen ik begon met schrijven las ik eigenlijk al jaren niet meer. Als tiener heb ik wel gelezen, maar toen ik eenmaal bezig was met muziek, was ik alleen daar mee bezig. Tot het moment dat ik het idee kreeg voor De Strop Ploeg, toen keerde de interesse weer terug en had ik de behoefte om weer fanatiek boeken te gaan lezen. Door het schrijven kreeg ik daar weer plezier in. Naast sciencefiction las ik Herman Koch, James Worthy: Zwarte Sylvester. Hij schrijft zoals ik: columns en van daaruit boeken. Ik ben ook fan van Dan Simmons, met name de Hyperion-reeks. Niet alleen vanwege het fantastische verhaal, maar ook vanwege de indrukwekkende schrijfstijl van Simmons en de manier waarop hij personages uitdiept in zijn verhalen.
- Je leest geen fantasy, gezien je Keltische muziekinvloeden?
Ik heb Lord of the Rings gelezen, maar dat is het wat fantasy betreft wel. Sommige verhalen vind ik best leuk, maar ik heb meer met verhalen die zich in de toekomst afspelen.
- Je noemt Star Trek als inspiratie, maar de techniek in De Strop Ploeg lijkt meer op die uit de Alien-films.
Dat klopt. Ik heb zoveel gezien op sciencefictiongebied, dat mijn stijl door al die films en verhalen gevormd is. Ik heb het ook echt geschreven met een wereld die in mijn ogen plausibel is. Zoals het aan het einde van deze eeuw er uit zou kunnen zien. En dat is helaas geen al te best toekomstbeeld. Wat de mensheid betreft: we zullen op korte termijn niet veranderen. Het stompzinnige van onze wereldleiders gaat steeds verder. We krijgen een Hollywood-achtige wereld, waar steeds frequenter nozems verkozen worden boven mensen die daadwerkelijk de wereld proberen te verbeteren.
Maar er zullen altijd groeperingen zijn die het niet pikken, die zich verzetten tegen de gevestigde orde. Dat is goed, natuurlijk, maar zoals vaak slaan we daar in door. Kijk nu bijvoorbeeld naar die hele #MeToo beweging, waarin nu elke semi-celebrity aan de schandpaal genageld wordt zodra er ook maar een vermoeden bestaat dat er iets is voorgevallen gedurende de carrière van die persoon. Ik snap het wel, daar niet van. Mensen moeten hun frustratie kwijt, maar laten we elkaar niet kapot maken voordat alle feiten op tafel liggen en goed onderzocht zijn. Niet vervallen in absurditeit of extremiteit puur om een vorm van balans te creëren.
- Zou een utopie zoals in Star Trek ooit kunnen bestaan?
Niet op deze planeet. Ik denk dat de aarde al afgeschreven is. Ik geloof wel in goedheid in de mens die verandering wil. Maar de mensen die nu aan de macht zijn, hebben de touwtjes te sterk in handen. We moeten waarschijnlijk eerst naar Mars, voor er echte verandering komt. Maar het kan ook worden zoals in The Expanse, waar angst en hebzucht ook nog steeds overheersen. We kunnen dat niet van ons afschudden. De mensheid kan ook gewoon zijn vrijheid niet aan, maakt misbruik van de mogelijkheden van techniek. Niet weten waar de grens ligt, waar jouw vrijheid eindigt en die van een ander begint.
- Ondanks onze ratio? We weten steeds meer, kunnen steeds meer.
Daar maak ik me best druk om. Bijvoorbeeld die ronduit absurde ‘flat-earth’ beweging, of het verschil tussen arm en rijk. Aan de ene kant verheffen sommige mensen zich, aan de andere kant heb je een groot deel van de bevolking die steeds meer afzakt naar onwetendheid. Er zullen steeds meer mensen alle wetenschappelijke voortgang tegenspreken, die geen bewijs als waarheid accepteren. Lager opgeleide Amerikanen die geen informatie krijgen en dom gehouden worden. Dat lijkt een politieke tendens: we moeten de burger dom houden om aan de macht te blijven. Gebruik maken van ‘Fake News’ om jezelf steeds tegen te spreken. Wat kun je daar nou tegen beginnen? Niets is nog geloofwaardig.
- De hoofdpersoon in De Strop Ploeg wil ook niet mee met de maatschappij zoals deze op dat moment is. Is dat iets waar je jezelf in herkent?
Ik zie mezelf als een soort combinatie van persoonlijkheden. Door alle verschillende dingen die ik doe, moet ik mezelf dwingen om een ander persoon te zijn op andere momenten. Anders ben ik met teveel dingen tegelijk bezig. Ik focus me op een ding tegelijk. De hoofdpersoon in De Strop Ploeg – Evan – is daar één aspect van. Het is een soort van autobiografische inslag. Evan is mijn zwarte kant, hij heeft al mijn slechte eigenschappen. Hij is doemdenker, gefrustreerd, hij reageert te snel. Het is een aangedikt, uitvergroot onderdeel van mezelf. Wat karakter betreft, is hij voor mij herkenbaar en zeer confronterend.
- Heb je gekeken naar andere literaire antihelden tijdens het creëren van Evan?
Nee, het is vanuit mezelf geschreven. Onbewust ben ik ongetwijfeld beïnvloed, maar niet bewust. Evan is zoals ik was; oefen teveel druk op hem uit en hij gaat ervandoor. De laatste jaren ben ik daarin veranderd, mede door depressies en therapie, waar ik nog steeds wekelijks mee bezig ben. Ik werk aan mezelf, ik ben hypersensitief. Daar heb ik veel moeite mee gehad, in mijn jeugd, maar de laatste jaren sinds ik vader ben opnieuw. Je bent oververmoeid en daardoor komt alles harder binnen. Kleine problemen worden grote problemen. Je krijgt klappen, hoe leuk het ook is om vader te zijn. Ik heb mezelf opnieuw moeten uitvinden, ik zat aan de bodem en heb hulp moeten zoeken. Sinds dat moment doe ik wekelijks mijn verhaal bij de psycholoog.
- Je bent hypersensitief, maar je gaat wel in het buitenland voor 20.000 man een spektakelshow opvoeren. Je zoekt het dus ook op.
Precies. Dat is het gedeelte van mezelf dat ik niet altijd begrijp. Het zijn vaak uitersten bij mij. Of ik wil niets, of ik wil alles. Ik heb geen invloed op welke van de twee het wordt. In de rol van muzikant wil ik alles, maar er zijn ook momenten dat ik denk dat ik liever thuis zou zitten voor de televisie met ramen en deuren dicht. Doe ik dat dan een uurtje, dan wind ik mezelf erg op dat ik iets moet gaan doen.
Tegen het einde van het schrijfproces voor De Strop Ploeg was mijn motivatie om het verhaal af te krijgen vrij extreem. Weer zo’n uiterste. Ik moest het boek afmaken en dan zou ik ‘klaar’ zijn. Niet alleen met schrijven, maar misschien wel met alles. Of ik dat ook echt geloofde, durf ik niet te zeggen, maar die absurde gedachte gaf me wel dat extra zetje om door te zetten. Dat dreef me om na mijn werk elke avond tot twee uur ‘s nachts te zitten typen. Als een bezetene heb ik me een weg gebaand naar het einde van het boek. Daarna viel ik in een enorm zwart gat. Ik wilde helemaal geen nieuw boek schrijven, maar een week daarna ben ik alweer begonnen met twee nieuwe verhalen, om daar uit te komen. Een daarvan hoop ik volgende maand uit te brengen, de ander is het vervolg op De Strop Ploeg. Het schrijven van verhalen heeft me wat dat betreft gered.
- Kun je iets vertellen over dat andere boek?
Het heet Sores. Het is geen sciencefiction, maar een autobiografische roman. 86% autobiografisch, 14% fictie, maar pin me er niet op vast (lacht). Ik zat in mijn depressie toen ik begon aan het verhaal en vertel over mijn leven toen. Waar ik elke dag mee te maken had, de indrukken, de druk die ik mezelf opleg om iets te doen, of niets te doen. Het werd al snel een verhaal met dialogen, over hoe ik de wachtkamer van de psycholoog beleef en die gesprekken zelf. Er kwam langzaamaan meer humor in. Gitzwarte, dat wel, vergelijkbaar met m’n columns. Het wordt een dun boekje, compact geschreven. Je vliegt er als het ware doorheen. Een gedeelte van het fictieve stuk van Sores is mysterieus en vrij absurd. Ik denk dat het de lezers van Modern Myths wel zal aanspreken.
- Schrijven is voor jou therapeutisch?
Dat is het zeker geworden. Vaak krijgen mijn verhalen een bizarre twist, maar de herkenbaarheid van alledaagse problemen en frustraties zal altijd de boventoon voeren. Je leest regelrecht wat ik denk en voel.
- Waarom moeten wij over jouw ‘sores’ gaan lezen?
Daar heb ik veel over nagedacht. Het is een boek over depressiviteit, omgaan met het slechtste in jezelf. Iedereen herkent daar wel iets in. Bij mij was het doorgeslagen, ik denk dat veel mensen op de rand balanceren. Hoe houd je het vol, zonder af te glijden? Ik denk dat mensen steun uit Sores kunnen halen. Daarom schrijf ik het ook. Ik wil mensen graag inspireren met bijvoorbeeld muziek. Achteraf na een concert probeer ik zo vaak mogelijk met de mensen in het publiek een praatje te maken; ze mogen best weten hoe ik daar op dat podium terecht ben gekomen. Hoe hard ik daarvoor gewerkt heb, wat ik er allemaal voor heb moeten laten. Ik geef ze graag mee dat ik hetzelfde ben als hen. We zijn allemaal hetzelfde op deze aardkloot. Het gaat erom wat je met je kansen doet, wanneer je beslissingen neemt en een bepaalde weg inslaat. En hoe je dat doet, met welke intentie. Pak iets van wat ik doe en kijk voor jezelf hoe je iets aan een ander kan geven. Dat is mijn grootste drijfveer in muziek en schrijven. Ik wil je mijn verhaal vertellen, met als doel om jou te inspireren.
- Ook in hoe het niet moet?
Ja, leer er zeker een les uit. Dat is ook een thema in Sores. Laat het niet zover komen, kijk uit dat je niet in dezelfde put belandt als waar ik in zat. Dat is niet nodig. Van tevoren zie je het niet aankomen, totdat het echt fout gaat. Dan staat alles van de een op de andere seconde op zijn kop.
- Dat is ook een onderdeel van de Hero’s Journey, de held bereikt de bodem en kan alleen nog opkrabbelen.
‘Rising from the ashes’. Dat is inderdaad de boodschap.
- Gaat Evan in het tweede boek van De Strop Ploeg veranderen? Wordt hij een klassieke held?
Het zal nog even duren voor die gaat verschijnen. Wat ik heb liggen, daar ben ik tevreden over, het is vanaf de eerste alinea spannend. Evan zal zeker geen klassieke held worden, dat zit niet in hem. Hij is wel op ontdekkingsreis naar verandering toe. Het zal hem meer tijd kosten, maar hij weet wat hij fout gedaan heeft en heeft er tot op zekere hoogte spijt van. Hij wil wel proberen het goed te maken.
- Is dat ook jouw eigen filosofie?
Zeker. Dat is iets waar ik dagelijks mee bezig ben. Ik heb veel frustraties en dingen waar ik constant spijt van heb. Maar ik leer dat los te laten, minder te reflecteren en te bedenken wat er zou gebeuren als ik het anders had gedaan. Me minder laten leiden door impulsen. Ook al is hij pas vier jaar, ik probeer mijn zoon mee te geven dat je in je leven moet proberen iets te veranderen in de wereld. Loop niet mee met de meute. Denk na over de dingen die je doet. Vooraf en achteraf. Geef je op voor de eerste missie naar Mars. Als ik de mogelijkheid had om een toeristische reis te maken naar die planeet, zou ik dat doen. Ik zou geen kolonist worden, dat zit niet in me, maar er een aantal weken heen? Lijkt me fantastisch!
- Dank je voor je openhartigheid en dat je dit alles met ons hebt willen delen.
Graag gedaan.
Modern Myths interview met Koen Romeijn, meer informatie:
De boeken van Koen Romeijn vind je op www.futurouitgevers.nl en op www.koenromeijn.com. Koens muziek vind je op de website van Heidevolk.
Meer interviews als het Modern Myths interview met Koen Romeijn lees je hier
© 2015-2024 Modern Myths – oorspronkelijk gepubliceerd onder redactie van Fantasize.nl
Reactie plaatsen