De eerste lange speelfilm van regisseur en scriptschrijver Ari Aster, Hereditary uit 2018, werd onder critici geprezen. Niet verwonderlijk dat hij een jaar later meteen zijn volgende lange film mag presenteren: Midsommar, een horrorfilm die zich volledig in het licht afspeelt.
In Midsommar gaat Dani (Florence Pugh, The Falling) met haar vriendje Christian (Jack Reynor, Glassland) mee naar Zweden om een midzomerfeest bij te wonen. Een van Christians vrienden komt uit het dorpje waar ze naartoe gaan en een ander schrijft er zijn scriptie over. Wat een droomvakantie had moeten zijn, wordt al snel een nachtmerrie. Niet alleen kampt Dani met haar eigen emotionele trauma en heeft ze moeite haar relatie met Christian in stand te houden, ook houdt het dorp er nogal vreemde gebruiken op na.
Beter dan zijn voorganger
Hoewel Asters eerste film qua verhaal niets met Midsommar te maken heeft, kan ik het niet laten om ze te vergelijken. In mijn recensie van Hereditary vertelde ik al dat ik geen enorme fan was, maar dat er wel veel goed is aan de film. Nu lijkt Midsommar veel van dezelfde pluspunten te hebben, maar ook dezelfde minpunten. Op het acteerwerk valt weinig aan te merken. Vooral hoofdrolspeler Florence Pugh zet een overtuigende, emotionele rol neer. Ze heeft een goed script om mee te werken, maar het is uiteindelijk haar mimiek die ervoor zorgt dat er met weinig tekst veel gezegd wordt. De relatieproblemen tussen Dani en Christian, en hoe Christians vriendengroep daarmee omgaat, worden realistisch in beeld gebracht. In hun woordenwisselingen vallen subtiele hints, maar die worden bewust niet opgepakt om het maar niet te hebben over de olifant in de kamer.
Ook kruipt de ongemakkelijke vriendelijkheid en behulpzaamheid van het dorpje je onder de huid, mede dankzij een geweldige soundtrack die elk gevoel lijkt te vangen. Midsommars verbeterslag heeft voornamelijk te maken met Asters gebruik van licht. In elk promotiepraatje wordt wel benoemd hoe bijzonder het is om een horrorfilm in het licht te hebben en dit thema wordt dan ook goed benut. Waar andere horrorfilms op zwart scherm gaan als het te grafisch wordt, zorgt Aster dat je alles, maar dan ook alles ziet.
Ongemakkelijk vs. angstaanjagend
Toch zijn beide films niet voor iedereen weggelegd. Ben je een horrorfilmliefhebber die van de klassiekers houdt of die geniet van een scarefestfilm als The Conjuring, dan zijn Hereditary en Midsommar niet per se jouw ding. Nadat Aster halverwege zijn nieuwe film een behoorlijk grafische scène laat zien, is het weer lange tijd rustig. Zijn films zijn eerder ongemakkelijke horror dan angstaanjagende horror. Je wordt meegenomen in de sfeer. Je voelt dat er iets niet klopt en op sommige momenten is het lastig om met een stalen gezicht te blijven kijken. Een looptijd van bijna drie uur (147 minuten) draagt dan ook bij aan het ongemakkelijke gevoel.
Midsommar: tijd om je vakantie te boeken
Durf je de uitdaging aan, dan is het tijd om je koffers te pakken en naar Zweden te gaan. Midsommar speelt heel de film lang met hints naar het onvermijdelijke. Toch kun je niet raden hoe hij af gaat lopen. Het einde is verrassend en sluitend en laat je niet met te veel vragen achter. Hij is origineel en direct, je moet er alleen even voor willen zitten. Maar dat hoort nu eenmaal bij vakantie.
Midsommar draait nu in de bioscoop.
Meer Modern Myths-recensies vind je hier.
© 2019-2024 Modern Myths
Reactie plaatsen