Tijdens het YALFU 2024 festival in TivoliVredenburg in Utrecht was de Amerikaanse auteur Maggie Stiefvater te gast. Uitgeverij Boekerij bracht onlangs een collector’s edition van het eerste boek in haar Raven-serie uit: De Ravenjongens. Modern Myths kreeg de kans om deze New York Times bestseller auteur te spreken over haar werk als Huiver, Dodenrit en Swamp Thing: Twin Branches. Jeroen zocht haar op in Utrecht en ontmoette een gelijkgezinde creatieve geest. Lees zijn Maggie Stiefvater interview!
Lees ook Daniels De Ravenjongens recensie.
Inmiddels heb ik voor Modern Myths tal van geweldige schrijvers mogen interviewen. Adrian Tchaikovsky, Jimmy Palmiotti, Shannon Chakraborty, Kurt Busiek, Victoria Schwab, Peter DeWillis; als lezer en fan blijken de personen achter mijn favoriete boeken en comics altijd net zo enthousiast over verhalen te zijn als ikzelf. Logisch natuurlijk, want als je zoveel tijd van je leven in dienst stelt van het vertellen van verhalen, is passie onontbeerlijk.
Soms duurt het even voor je comfortabel met een schrijver in gesprek bent, maar met Maggie Stiefvater was er meteen een klik. Vlak voor ze weer terug moest naar Amerika, mocht ik haar spreken in haar hotelkamer in Utrecht. Maggie Stiefvater is vooral bekend van haar young adult boeken als de Raven-serie en De wolven van Mercy Falls-trilogie, maar ze schreef ook een graphic novel voor DC Comics en werkt nu aan literatuur voor volwassenen. Eerst vooral in haar hoofd en dan pas op papier. Net zoals ik mijn artikelen voor Modern Myths schrijf. Lees hier de hoogtepunten van ons gesprek dat uiteindelijk meer dan een uur zou duren. Tijd die voorbij vloog!
In gesprek met Maggie
- Ben je een paar dagen hier in Nederland of moet je snel terug naar huis?
Ik moet snel terug. Ik kwam vrijdag aan, en een lezer had me aangeraden om naar de gratis concerten bij de Dom hier in Utrecht te gaan. Dus ik sleepte mezelf daarheen om te luisteren. Het was transcendent en geweldig. Er was reformatie-muziek en tussendoor hadden ze originele, geïnterpreteerde orgelmuziek dat verschrikkelijk was, bedoeld om het gevoel in Oekraïne op te roepen. Het contrast tussen die twee was hemels, fantastisch.
Daarna ging ik terug naar het hotel, sliep veertien uur en ging vervolgens naar het YALFU festival. Morgen ga ik weer naar huis. Ze zijn een van mijn boeken aan het verfilmen en ik moet naar de set.
- Welk boek wordt verfilmd?
Ze verfilmen Huiver (Shiver – red.). Het filmen moet klaar zijn tegen het einde van het jaar, dus ze zijn nu nog bij het begin. De wolvenroedels zijn net ingehuurd en de wolvenscènes worden opgenomen.
- Dus dat is het spannende gedeelte?
Ja, dat is het spannende gedeelte. Ik zei: ‘haal me er alleen bij voor de spannende stukken. Ik wil er niet zijn als jullie de saaie stukken doen.’
- Ben je nauw betrokken bij het proces of houd je juist afstand?
Nou, ik weet niet wat jij vindt van verfilmingen? Maar zoals ik denk over de magie in mijn boeken, gebruik ik het om over iets belangrijks of interessants te praten op een grootse, metaforische manier. Ik vind dat verfilmingen hetzelfde moeten doen. De makers zeiden dat ze heel trouw wilden blijven aan mijn boek. Ik zei: ‘dat hoeft van mij niet echt? Ik wil dat de sfeer hetzelfde is, maar hoe zit het met jullie, de regisseur en schrijver? Neem diezelfde mythologie en stop jezelf erin.’
Maak er een project van dat een metafoor is voor het verliezen van je identiteit en het veranderen in een wolf en wat dat voor jou betekent. Eer het boek, maar stop ook zoveel mogelijk van jezelf erin, zodat het iets wordt waar iemand hopelijk meer van zal houden dan van het boek.
- Dat is heel gul van je.
Nou, ik denk dat als het ging om iets als de Raven-serie, ik me meer zorgen zou maken over het behoud van de esthetische elementen. Mijn lezers zijn erg gehecht aan de karaktervormen in die serie, dus dat moet trouw blijven. Maar toen ik Huiver schreef, wilde ik dat het verhaal zo eenvoudig mogelijk was, omdat ik wist dat ik niet goed genoeg was als schrijver om iets complex te schrijven. Ik wilde iets zo eenvoudigs dat ik het gevoel had de volledige controle te hebben over elk onderdeel. En dat betekent dat er veel verplaatsbare stukken zijn voor de filmmakers om te gebruiken.
Het enige dat intact moet blijven, is het centrale, bitterzoete liefdesverhaal tussen de twee tieners. En je moet de metafoor behouden dat wanneer je in een wolf verandert, je je identiteit volledig verliest. Er komt geen monster aan te pas. En zolang het zich afspeelt in Minnesota, waar het sneeuwt, vormen deze drie dingen samen Huiver.
- Komt jouw gulle houding omdat je ook muzikant bent? Je bent gewend om samen te werken met anderen en gevoelens te delen om iets beters te maken van losse elementen?
Misschien wel. Dat is interessant, want een andere interviewer stelde dezelfde vraag. Ik heb er nooit eerder zo over nagedacht.
- Je hebt het over het veranderen in een wolf. Je schreef ook boeken over raven en boeken over schorpioenen. Je hebt verhalen met valken. Waarom al die dieren?
Ik ben opgegroeid in “the middle of nowhere”, in Virginia. En dus vind ik de natuurlijke wereld erg interessant. Ik hou ook van, hoe zeg ik dit, de compromisloze aard van de natuur? Het hoeft niet aantrekkelijk te zijn. De dieren hoeven niet schattig te zijn. Ik vind het leuk dat ze niet zoals ik zijn. Dat maakt ze interessant.
- De wilde natuur.
Ja. Het is interessant als er overeenkomsten zijn. Het is fascinerend voor mij dat wolven en raven een symbiotische relatie hebben. Wolven hebben een familiestructuur waarin ze heel rechtvaardig zijn. En ze straffen wolven die voor hun beurt eten. Er was een roedel, ik geloof in Yellowstone, dat een raaf adopteerde. Omdat ze zeer vergelijkbare familiestructuren hebben. Ze spraken dezelfde taal. De wolven speelden met de raaf.
Op een dag speelde een van de wolven te ruig met de raaf en de raaf stierf. De andere wolven verbanden de wolf die te ruig gespeeld had met de raaf, op dezelfde manier als ze zouden doen als dat gebeurd was met een roedelgenoot. Dat is interessant, omdat dat geen menselijk gedrag is. Maar het is zeker familiegedrag. Dus ik hou ervan wanneer ze op ons lijken, maar ik hou er ook van wanneer ze totaal anders zijn dan wij. Er is iets heel spiritueels en allesomvattends aan wanneer je ze combineert. Het is hetzelfde gevoel dat ik heb met mensen. Die hoeven ook niet op mij te lijken.
- Dus er is het spirituele , wat ook een inheemse Amerikaanse manier is om ernaar te kijken. Maar je schrijft ook veel verhalen over feeën en meer Britse, Schotse en Ierse folklore. Hoe ben je erin geslaagd die werelden te combineren?
Je noemde eerder dat ik muzikant ben. Ik maak muziek. Ik speel veel muziekinstrumenten. Mijn eerste en beste is doedelzakspelen op competitief niveau. Ik speelde ook in Keltische bands. We leefden in een gebied in Virginia vol expats. Daar was veel Keltische muziek. En je kunt niet lang Keltische muziek spelen zonder verstrikt te raken in de geschiedenis en mythologie ervan. Alle ballades, alles, zit vol geschiedenis en politiek. Het is er helemaal in gecodeerd. In veel opzichten is het de taal van protest. Je moet begrijpen wat die landen zijn. En mijn familie komt daar ook vandaan. Dat is waar de Keltische mythologie vandaan komt.
En de reden dat mijn verhalen er zo overduidelijk Keltisch uitzagen toen ik begon, is omdat ik niet wist hoe ik dat moest ontmantelen. Ik wist niet hoe ik nieuwe mythologieën moest maken. Ik wilde van mythologie iets anders maken. En Huiver was mijn eerste echte stap om te zeggen: ‘kan ik de elementen die ik niet nodig heb uit een legende strippen en het laten betekenen wat ik wil dat het betekent?’. Dat gaf me het vertrouwen om te beginnen aan Dodenrit (The Scorpio Races – red.), gebaseerd op de Keltische legende van waterpaarden die elke november uit de oceaan komen. Als je ze vangt, zijn het de snelste paarden ooit. Maar als ze jou vangen, sleuren ze je terug de oceaan in.
De oorspronkelijke mythe is duidelijk een waarschuwing over de gevaren van het strand en verraderlijke golven. Het zijn de legendes van een eiland waar je de krachten van de natuur om je heen niet kan veranderen, maar waar je wel van houdt. Ik dacht, kan ik enkele van de belachelijke aspecten hiervan weglaten? Omdat er ook de traditie is waarbij deze paarden in jonge mannen veranderen en vrouwen weglokken. Het is allemaal heel Victoriaans in de trant van: “spreek niet met vreemden”.
Kan ik het verhaal vervolgens laten gaan over hoe het voelt om van een plattelandsgebied te komen en ervan te houden, niet ondanks het feit dat het wild en meedogenloos is, maar juist omdat het wild en meedogenloos is? Dat is hoe ik Keltische mythologie begon te gebruiken, zodat je Dodenrit kunt lezen zonder iets van de mythologie te weten, omdat ik je alle context heb gegeven die je nodig hebt. Met die aanpak ging ik verder naar de Raven-serie, dat speelt met het idee van de inwoners van Virginia die opgroeien met Keltische mythologie. In plaats daarvan ontdekken ze een diepgewortelde Amerikaanse magie. En nu ga ik door naar echte historische Amerikaanse magie voor het volgende project.
- Je komt uit verschillende werelden met familie uit zowel Amerika als Europa. Hoe lang ben je al op zoek naar de juiste toon om al die elementen te combineren? Omdat je veel boeken hebt geschreven voordat je een erkende schrijver werd?
Ik heb twee boeken geschreven, voordat mijn derde boek echt doorbrak. Huiver was populair vanaf de maand dat het uitkwam. Houd er rekening mee dat het mijn droom was om op de bestsellerlijst te komen tegen de tijd dat ik vijftig was. Dus ik had een heel lang termijnplan. Maar het boek was zo populair dat ik me herinner dat ik op vakantie was in Colorado, op een treinreis. Er waren drie mensen in de trein die Huiver aan het lezen waren. Het boek was overal.
Het interessante was dat dat me een blanco cheque gaf om te schrijven wat ik maar wilde schrijven. Het doel werd: wil ik iets schrijven dat net zo populair is als Huiver, dat echt de tijdgeest raakte? Alles kwam op de juiste plaats op het juiste moment voor dat boek om het soort verhaal te zijn dat mensen wilden lezen. Het had een prachtige kaft, het was gewoon heel toegankelijk. Wilde ik dat opnieuw najagen, of wilde ik dat moment gebruiken om iets moeilijks te schrijven? Iets voor mezelf? En dat werd Dodenrit. Kan ik mensen laten lezen over moordlustige waterpaarden en ervoor zorgen dat ze het aan hun vrienden aanbevelen?
Dus dat Dodenrit verscheen en een Printz Honor won en elk jaar meer exemplaren verkocht door mond-tot-mondreclame, gaf me het lef om door te gaan met het vinden van mijn stem. En ik herinner me dat ik met de Raven-serie mijn eerste boek in derde persoon schreef. Ik was de verteller. Dat was heel eng, omdat ik wist dat als mensen het niet grappig zouden vinden als het grappig bedoeld was, ze mij niet grappig zouden vinden. Dus de Raven-serie was waar ik mijn eigen stijl begon te vinden.
In 2019 besloot ik over te stappen naar literatuur voor volwassenen. Veel van mijn lezers groeiden met me mee. Tegen de tijd dat de Raven-serie klaar was, waren de meeste lezers die in mijn signeerrij stonden volwassenen. Ikzelf las ook alleen maar volwassen literatuur, dus ik vond het oneerlijk om young adult te blijven schrijven. En ik voelde me ook steeds meer beperkt doordat mijn personages het boek moesten verlaten zodra ze achttien werden. Ik wilde schrijven over mensen met een verleden. Dus ik wist dat toen de Raven-serie in de VS uitkwam en ik overstapte naar volwassen literatuur, ik niet zomaar “mijzelf” in volwassen literatuur wilde schrijven, maar iets totaal anders wilde doen.
Ik wist dat ik daar nog niet goed genoeg voor was, dus ik begon te leren schrijven als nooit tevoren. Ik bestudeerde alles wat ik geweldig vond aan volwassen literatuur. Want ik ben een schrijver die gefocust is op verhalen. Uiteindelijk wil ik een romanschrijver zijn die op een luchthaven staat waar iemand zegt: ‘dat was een geweldige zes uur, bedankt.’ Maar ik wil ook experimenteren met de vorm. Verhalen staan voorop. Maar in literatuur worden mensen zo gedetailleerd en prachtig geobserveerd. De realiteit wordt met zulke beeldende taal beschreven. “Plot” is in veel opzichten het tegenovergestelde daarvan en daarom heeft literatuur niet altijd een traditionele plotstructuur. Maar kan ik genoeg leren van wat ik geweldig vind aan dat observeren van de waarheid en zoveel mogelijk daarvan terugbrengen in een “verhaal-eerst”-roman? Ik heb er drie jaar aan gewerkt en dat was fantastisch.
- Het klinkt alsof schrijven voor jou een wetenschap is. Je componeert je boek zoals je een muziekstuk componeert.
Ja!
- Hoeveel sleutel je aan bijvoorbeeld een hoofdstuk voordat je tevreden bent?
Heel veel. Maar denk niet in termen van hoofdstukken. Als je een verhaal-eerst-schrijver bent, is een hoofdstuk slechts zo goed als zijn buren. Ze hebben allemaal hun eigen functie. Dat betekent dat ik eerst overal aan sleutel, voordat de focus steeds gedetailleerder wordt. Dat is niet de enige manier om te schrijven, maar ik houd echt van het lezen van “intentionele” verhalen. En ik houd van films waarin je kunt zien dat over elke keuze in het script is nagedacht. Het voelt belangrijk om het op die manier te bekijken.
Maar niet op zo’n manier dat ik wil dat de lezer aan het einde denkt: ‘dat was zo goed geschreven’. Als ze dat doen, was het niet goed geschreven. Mijn doel is dat als ze het einde bereiken en niet weten waarom ze zich zo voelen, ik literaire goocheltrucs in hun hoofd heb uitgevoerd. En als ze klaar zijn, denken ze: ‘wat moet ik nu met mezelf gaan doen?’ Dat is het doel. Ik kreeg ooit een recensie met drie sterren waarin stond: “je moet elk woord in een Maggie Stiefvater-boek lezen”. En ik dacht: ja, dat klopt.
- Ze begrepen het!
Ja. (lacht).
- Je leest veel. Welke verhalen van alle boeken die je hebt gelezen, hebben je het meest gevormd als schrijver?
Toen ik jong was, las ik The Chronicles of Narnia en Darkness Rising, een stoffige Britse serie uit de jaren zeventig. Ik las ook Diana Wynne Jones (Howl’s Moving Castle). Wat ik van Narnia en Darkness Rising leerde, was hoe elegant ze magie in de echte wereld brachten. Beide waren ook eindige series, wat belangrijk voor me was. De Raven-serie is gepitcht als vier boeken, waarvan ik wist dat het de grote momenten bevatte waar ik naartoe werkte. Het was heel belangrijk voor me om vanaf het begin van die serie al het einde te kunnen beloven. Dat was mijn eerste introductie tot intentioneel verhalen vertellen.
Diana Wynne Jones was grappig. Ze was droog. Hoe ernstig de situatie ook werd, de vertelstem wist altijd de juiste toon te behouden. Ik las ook veel thrillers toen ik jong was. Michael Crichton (Jurassic Park) was ook een grote invloed.
- En hoe zit het met Tolkien?
Ja, die ook. Ik las The Lord of the Rings eerst, daarna pas The Hobbit. Dus eigenlijk in omgekeerde volgorde.
- Wat waarschijnlijk de beste manier is. Dus, je bent een schrijver, een lezer en een muzikant. Maar je schildert ook. Hou je van strips?
Ik was een fulltime portretschilder voordat ik auteur werd. Ik deed dat tot mijn derde boek gepubliceerd werd en ik fulltime kon gaan schrijven. Graphic novels zijn tegenwoordig een prachtig nieuw format, maar strips?
Toen ik jong was, las ik een wetenschappelijk artikel waarin stond dat de muziek waar je aan wordt blootgesteld in de eerste drie jaar van je leven, je leert wat muziek emotioneel betekent. Dat klopt, denk ik, want ik had een heel eclectische muzikale opvoeding. Ik kan naar doedelzak- of banjomuziek luisteren wat me emotioneel raakt. Maar ik weet dat als je niet met dat soort muziek bent opgegroeid, je het misschien een gimmick vindt. Het is leuk, maar het roert je niet. Zo voel ik me ook wat strips betreft. Ik kan ze lezen en er academisch van genieten, maar ik kan me er nooit helemaal in onderdompelen. Ik vergeet nooit dat ik aan het lezen ben.
- Heb je Watchmen van Alan Moore gelezen? Want dat is ook een zeer technisch in elkaar gezet stripverhaal.
Ja, die heb ik gelezen. Er is ook een goede reden waarom het een klassieker is. Ik heb ook Swamp Thing gelezen, omdat DC Comics me vroeg er een versie van te schrijven. Ik heb een Swamp Thing special met daarop de naam Maggie Stiefvater (Swamp Thing: Twin Branches – red.). Het was heel interessant om met hun speelgoed te spelen. DC Comics vroeg me om iets te doen en Disney vroeg me om een vervolg op Brave te schrijven: Bravely.
Het is altijd interessant om met het gereedschap van iemand anders te spelen, maar je bent ook altijd op zoek naar de regels. Wat zijn de regels voor het personage en de wereld waarin ze leven? Je wil dat de lezer tevreden is en niet het gevoel heeft dat je iets hebt stuk gemaakt. Je moet ervoor zorgen dat je de “overeenkomst” begrijpt voordat je eraan begint.
- Zou je openstaan voor stripverhalen die zich afspelen in jouw werelden, zoals tegenwoordig steeds vaker gebeurt in young adult literatuur?
Ik ben heel territoriaal als het gaat om mijn verhalen. Waarschijnlijk zal dat niet geschreven worden door andere mensen. Ik weet dat het hypocriet klinkt, aangezien ik net zei dat ik het prima vind om anderen met mijn verhalen te laten spelen. Maar een verfilming voelt anders. Dat gezegd hebbende, er komt volgend jaar een graphic novel-adaptatie van de Raven-serie uit.
Dat was hetzelfde als bij de filmadaptatie, waar ik ook een geweldig team heb. De illustrator was een fan art-kunstenaar toen ze de boeken voor het eerst las. Daarna ging ze naar school in Sydney en behaalde haar illustratie diploma en begon te werken voor Marvel. Toen huurden ze haar in als de tekenaar voor de graphic novel. En de redacteur is ook een fan die de boeken las terwijl ze opgroeide. Ze is zo’n grote fan dat al haar vrienden de bijnamen van de personages uit de boeken hebben. Ik wist dat ik hen niet hoefde te vertellen om aan de lezers te denken, omdat ze zelf de lezers zijn.
- Wanneer je de “machine” van je boek in elkaar zet, denk je dan eerst aan het plot en daarna aan de personages? Of eerst aan de personages en dan aan het verhaal eromheen? Of allemaal tegelijk?
Geen van beide. Ik denk eerst aan de sfeer. Hoe wil je dat de lezer zich voelt? Want een roman schrijven is een reeks van keuzes. De eerste keuze is alle romans die het niet gaat zijn. Dus als ik een verhaal schrijf over paarden die uit de oceaan komen om mensen op te eten, kan het een horrorverhaal zijn. Het kan ook een romantisch verhaal zijn, of iets literairs. Het kan van alles zijn. Dus ik denk eerst aan de sfeer.
Toen ik Huiver schreef, wilde ik een bitterzoet boek schrijven. Ik had net The Time Traveller’s Wife gelezen en ik vond het einde ervan echt mooi. Je bleef erin hangen en wilde meer. Ik dacht: kan ik een boek schrijven dat datzelfde doet, mensen aan het huilen maken aan het einde? Dat was het doel. En dan wordt elke keuze door dat filter gezien. Zo vallen veel verhaallijnen af, omdat ze niet in dienst staan van dat bitterzoete-gevoel. Alle personages worden daar ook door gefilterd. Welk personage past daarbij? Je kunt er geen bombastische rockster bij halen, tenzij hij of zij door dat filter wordt gezien, door die soft focus, wat dat gevoel ondersteunt. Door die algemene toon te hebben, voorkom ik dat ik later een verkeerde stap zet. Het toont me alle boeken dat het verhaal niet gaat worden.
Het punt is, het is moeilijk om een boek snel te schrijven. En ik heb veel boeken die ik wil schrijven. Dus als je een boek elke twee à drie jaar wilt uitbrengen, moet je strategieën hebben om te voorkomen dat het boek je ontglipt. Je ontgroeit je boek al snel.
- Dus, je bent een erg “moody” persoon, als al je verhalen beginnen met de sfeer, de “mood”?
Ik deed ooit een TED Talk bij NASA, waarna een andere spreker me vroeg wat ik dacht dat mijn superkracht was als schrijver, muzikant, kunstenaar en spreker. Ik zei “verhalen vertellen”. Hij zei ‘nee, dat is niet wat alles samenbindt. Het is het veranderen van mensen hun gemoedstoestand’. En dat geloof ik echt. Ik denk dat ik iemand ben die observeert. Er is ook een reden waarom mijn volgende boek The Listeners heet.
In het eerste deel van mijn leven, tot aan mijn adolescentie, was ik een luisteraar. Ik was niet zoals andere mensen. Ik observeerde hoe andere mensen zich gedroegen. Langzamerhand dacht ik, ik neem een beetje van hem, een beetje van haar en zo ontstond dat. De stemmingen en de onvoorspelbaarheid van andere mensen intrigeerden me altijd. En ook het idee dat één persoon de stemming van een hele kamer kan veranderen. De stemming van een hele generatie. Dus elk van mijn projecten heeft het doel om iemands stemming te veranderen. En dat is een puzzel waarvan ik nooit stop te houden.
- Welke stemming heeft The Listeners?
Het speelt zich af in een echt historisch tijdperk. 1942. In de maanden direct na Pearl Harbor. Ik las over hoe de diplomaten van de Axis-mogendheden direct daarna uit Washington D.C. werden gezet, omdat ze als een veiligheidsrisico werden beschouwd. Maar ze mochten niet worden opgesloten vanwege hun diplomatieke immuniteit. Dus stuurden ze hen naar luxe hotels in de bergen van West Virginia. Dat is een heel landelijk en wild gebied. Ik ben geboren in de schaduw van die bergen. Het is een heel “banjo-spelend”, heel “redneck” landschap.
Dus, acht maanden lang waren die luxe hotels gevuld met Nazi-diplomaten terwijl zonen en echtgenoten naar de Tweede Wereldoorlog werden gestuurd. Terwijl de mensen thuis met rantsoenen moesten omgaan, kregen de diplomaten daar kaviaar. Ik vond het een geweldig verhaal. Ik dacht, stel je voor dat je de hotelmanager bent die je personeel moet aansporen om luxe te bieden aan deze gasten. Dat is wat de wet van je vraagt. Niet alleen hen vasthouden, maar ervoor zorgen dat ze de beste tijd van hun leven hebben. Wat betekent het om iets goeds te doen op die grote schaal, vergeleken met iets slechts te doen?
Een van de grote thema’s die ik in dat verhaal zag, was het gevoel dat één persoon van onschatbare waarde is. En dat een algemene hopeloosheid toestaat dat een leven wordt gedevalueerd. Dat alles kwam samen in een grote giftige chaos. Het werd het idee van: “wat betekent het voor de wereld om zo te veranderen, maar dat je ook nog steeds het gevoel van persoonlijke autonomie hebt? Mag je persoonlijk geluk vinden terwijl de wereld in brand staat?”
Dat voelt relevanter dan ooit. Ik weet niet of het een boek is dat de wereld zal veranderen. Maar ik weet ook dat – na het schrijven van young adult boeken en het signeren voor honderden lezers die hun identiteit hebben opgebouwd dankzij de vriendschappen in de Raven-serie, wat in zekere zin “verhaal-eerst” was – het een goed idee is om zo’n verhaal de wereld in te sturen. Als de lezer, na het lezen van dat fijne luchthavenboek, denkt: wat kan ik toevoegen in een kamer de volgende keer dat ik daar ben? Wat kan ik doen als één enkel persoon?
- Jij hebt veel gedaan.
(Lacht).
- Eén laatste vraag: je bent erg druk. Waar vind je de tijd om te schrijven?
Ik ben een groot fan van compartmentaliseren. Mijn dag, mijn week, mijn jaar; bijvoorbeeld, ik weet dat ik studenten heb die bijna klaar zijn met hun studie. Ik heb ze verteld dat op twee februari alle colleges voorbij zijn en ik dan een pauze neem van lesgeven. Dat is wanneer mijn lente begint waarin ik volledig bezeten ben van mijn roman. Ik weet ook dat als ik probeer aan mijn roman te werken terwijl ik aan de romans van mijn studenten werk, ik dingen creëer waar ik niet tevreden mee zal zijn. Ik kan mijn brein dan niet volledig geven aan die roman.
Maar ik weet ook, terwijl ik werk aan mijn volgende volwassen roman en veel onderzoek doe, dat ik aan het einde van de dag kan gaan zitten en mijn stapels onderzoek kan lezen. Of ik kan bedenken wat ik hierna ga onderzoeken. Ik compartmentaliseer altijd en zeg: ‘oké, dit is de hoeveelheid hersenruimte die ik heb voor dit deel van de dag, voor dit deel van de week, dat geschikt is voor deze taak.’ Ik heb al deze taken en ik verdeel ze op de lange termijn. In de uitgeverijwereld wordt alles maanden of jaren vooruit gepland. Het leert je niet te denken aan wat je komende zaterdag doet, maar aan wat je die zaterdag in oktober 2025 doet. En dan verdeel je alles daarna in stukken.
Ik ben niet goed in het opsplitsen van een dag om kunst te maken, muziek te maken, te schrijven, belastingen te doen, wat dan ook. Het is makkelijker als je zegt: ‘zondag heb ik vier uur om op mijn cello te oefenen. Dat is wat ik die middag ga doen, en het zal geweldig zijn!’ Dat gezegd hebbende, als het op schrijven aankomt, doe ik veel van mijn werk voordat ik woorden op papier zet. Ik schrijf nooit iets op voordat ik in mijn hoofd de thema’s en personages heb uitgewerkt en eindeloos heb geëxperimenteerd. Over wat ik denk dat de vorm ervan zou kunnen zijn. Tot het te groot is om in mijn hoofd te houden, en dan begin ik te schrijven. Anders kun je niet zien of je enkel logistieke keuzes maakt, of dat het echt is wat je wilt schrijven.
Je probeert dat moment zo lang mogelijk uit te stellen. En bij dat punt aangekomen schrijf ik wanneer ik maar tijd heb. Zolang ik mijn koptelefoon op heb, kan ik schrijven op Comic Cons in de drukte van hal H, met mensen die om me heen dwalen. Ik heb geschreven in vliegtuigen. Ik zie het niet als schrijven, ik zie het als transcriberen. Je neemt het abstracte en maakt het concreet. Dat kun je altijd doen, wanneer je de tijd hebt. Je kunt besluiten een dutje te doen, of niet, en gaan redigeren.
- Hou je ervan om de controle te hebben?
Ja (lacht).
- Dat had ik al door.
Maar ik hou er ook van om chaotisch te zijn binnen bepaalde grenzen. Grenzen zijn geweldig, want ik weet dat ik alles kan doen binnen die grenzen. Een van mijn vrienden gaf me een fantastisch advies. Ze zei: ‘je moet stoppen met het plannen van je werktijd. Want je stopt toch nooit met werken. Je moet juist je vrije tijd plannen.’
En dat veranderde alles. Ik kon een uur nemen, en in dat uur alles doen wat ik wilde. Het was echt bevrijdend. Want als ik normaal pauze nam van mijn werk, betekende dat dat ik e-mails ging beantwoorden. Door mezelf te dwingen om echt even iets anders te doen, kwam ik terug en dacht ik: ‘nu kan ik weer denken.’ Ik geloof echt in verplichte vrije tijd. Dat is heel nuttig.
- Bedankt voor dit interview!
Maggie Stiefvater interview – De sfeervolle boeken van Maggie
Je vindt de boeken van Maggie Stiefvater bij uitgeverij Boekerij. Koop ze op Bol.com of Amazon.nl:
Wil je meer interviews lezen na dit Maggie Stiefvater interview? Ga naar onze Interviews!
Maggie Stiefvater interview: © 2024-2024 Modern Myths / auteursfoto: © Stephen Voss
Reactie plaatsen