In een eerdere Top 5 voor Modern Myths heb ik al eens mijn favoriete Amerikaanse sciencefictionstrips op een rijtje gezet. Maar Europa kent een heel eigen stripcultuur, een die misschien wel rijker en diverser is dan de Amerikaanse. Daarom nu een Europese Top 5 editie in Johan Klein Haneveld – Mijn Top 5 Europese SF-strips.
Johans Top 5 van Amerikaanse sciencefictionstrips lees je hier: Johan Klein Haneveld – Mijn 5 favoriete Amerikaanse SF-strips.
De stripcultuur in Europa is vooral anders. Je vindt geen op pulppapier gedrukte blaadjes met series waarvan elke maand een deeltje verschijnt. In plaats daarvan kennen wij reeksen waarvan elk jaar – of zelfs minder vaak – een deel verschijnt. Dat is misschien minder frequent, maar de stripboeken zijn wel dikker, bevatten vaak een afgerond verhaal en het tekenwerk is regelmatig gedetailleerder.
Europese sciencefiction traditie
Sciencefiction heeft vanaf het begin deel uitgemaakt van de Europese striptraditie. Dat begon al met Kuifje die naar de maan ging, nog voor de Amerikanen er aankwamen. Ook Robbedoes en Kwabbernoot en Suske en Wiske kwamen regelmatig in SF-scenario’s terecht. Europese striphelden zoals Ravian (of zoals hij in het Frans heet: Valerian) zouden zelfs de inspiratie hebben geleverd voor Star Wars. De invloed van Jean Giraud (Moebius) en de door hem getekende Incal-verhalen is ook aanzienlijk. Mijn ouders hadden een verzameling Kuifje, Asterix en Suske en Wiske en een aantal Trigië-delen.
Ravian en Yoko Tsuno
Toen ik de bibliotheek bezocht, ontdekte ik al snel dat dit maar het topje was van de ijsberg. Ik ontdekte de bovengenoemde Ravian-strips, maar ook Yoko Tsuno. De eerste avonturenromans die ik in mijn vrije tijd schreef, waren sterk op deze verhalen van Roger Leloup geïnspireerd. Ik ben altijd van strips blijven houden en was erg blij dat ik ook in Delft een stripwinkel ontdekte. Mijn collectie strips blijft nog wat achter bij mijn boekenverzameling, maar het scheelt volgens mij niet veel. Het zijn vooral de SF-strips die ik verzamel. Het is echter niet makkelijk er een Top 5 van samen te stellen. Ik zie dit dan ook niet als mijn absolute top, maar gewoon als vijf Europese SF-strips die me na aan het hart liggen en die ik graag wil aanbevelen.
1 – Konvooi (Morvan/Buchet)
In Konvooi – een kleurrijke space opera – reist een konvooi van ruimteschepen eindeloos door het heelal. Ze passeren een schijnbaar onbewoonde planeet. Daar stortte ooit een ruimteschip neer. Er was één overlevende, het meisje Nävis. Zij is het enige wezen in het konvooi van wie de gedachten voor gedachtelezers ontoegankelijk zijn. Dat maakt haar interessant voor allerlei partijen.
De buitenaardse wezens in deze strip zijn vaak echt buitenaards, de planeten en kostuums kleurrijk en de actie wordt dynamisch weergegeven. Talloze details maken dat het de moeite loont de delen te herlezen. Maar wat vooral indruk op mij maakt, zijn de sterke plots van de serie. Die zijn goed uitgedacht en in moreel opzicht niet zwartwit. Nävis wordt voor onmogelijke keuzes gesteld, haar loyaliteit wordt op de proef gesteld en een zuiver geweten houden als de overleving van een volk op het spel staat, is nog niet zo makkelijk. Dit is daarom – ondanks de felle kleuren en hier en daar naar slapstick neigende humor – geen kinderstrip (dat de hoofdpersoon er in het eerste deel bijna naakt bijloopt, onderstreept dat nog eens). Maar voor jongere lezers is er wel een spin-off, heb ik begrepen.
2 – Carthago (Bec/Henninot)
Christophe Bec is een actieve scenarist voor stripverhalen. Hij schrijft meestal om wetenschap draaiende mysteries die zich in een redelijk nabije toekomst afspelen. Carthago is de reeks waarmee ik hem leerde kennen en het zal direct duidelijk zijn waarom dit een van mijn favoriete series is. Er komen namelijk haaien in voor. Niet zomaar haaien: de Megalodon. Bij boringen in een onderzeese grot ontsnappen er een aantal, samen met andere uitgestorven geachte wezens. Ze trekken de aandacht van een honderdjarige multimiljonair die het zijn missie heeft gemaakt legendarische wezens zoals Bigfoot en het monster van Loch Ness op te sporen. Hij stuurt de jager Donovan op pad en die stuit op een mysterie.
Ik vond de scènes met de reuzenhaaien spannender dan de hele film The Meg (die was vooral om te lachen) en genoot van de manier waarop langzaam maar zeker het mysterie wordt uitgebouwd. De personages zijn ook interessant en sympathiek. De tekenstijl lijkt als het om hen gaat misschien wat stijfjes (teveel nagetekend van foto’s?), maar de natuur en vooral de dieren zijn prachtig weergegeven. Als er een nieuw deel uitkomt in het Nederlands haast ik me naar de stripwinkel. Ook de spin off Carthago Adventures lees ik graag. Daarin komen andere mythische wezens voorbij. Mijn verbeelding wordt er steevast door geprikkeld.
3 – Hauteville House (Duval/Gioux/Emem/Sayago)
Ik zie steampunk voor het gemak even als categorie van de sciencefiction. Bovendien bevat deze reeks ook daadwerkelijke SF-elementen: wezens die onder water leven, teleportatie en ga zo maar door. Ik raakte vooral geïnteresseerd vanwege de titel Hauteville House. Dat is namelijk het huis op Guernsey waar Victor Hugo woonde tijdens zijn ballingschap. Ik ben groot liefhebber van de verhalen van Victor Hugo en het bleek dat niet alleen de auteur zelf in deze verhalen voorkomt, maar er ook veel verwijzingen naar zijn boeken zijn. Zo heet de hoofdpersoon Gavroche. Hij is onderdeel van het verzet tegen Napoleon en raakt ook betrokken bij de Amerikaanse burgeroorlog. Die verloopt anders dan in ons universum het geval was, door de op stoom gebaseerde technologie, de Lovecraftiaanse oude goden en een hele reeks historische figuren die komen opduiken. De tekenstijl is wat ruw, wat schetsmatig en neigt niet naar het realisme. Hauteville House is een strip die ik iets minder lees voor de plaatjes, maar vooral voor het verhaal met steeds weer nieuwe verwijzingen naar klassiekers. De verhalen van Jules Verne komen bijvoorbeeld ook voorbij. Mijn verbeelding wordt ook door deze serie geprikkeld. Bovendien volgen de delen elkaar redelijk snel op, dus je hoeft niet jaren te wachten om te weten hoe het verhaal verdergaat.
4 – Aâma (Peeters)
De drie hierboven genoemde strips zijn vooral avonturenverhalen. En daar ben ik groot fan van. Maar sciencefiction is natuurlijk een genre dat vooral draait om de ideeën. Die kunnen als basis dienen voor een spectaculair avontuur, maar ook voor meer literaire verhalen waarbij de natuur van de mens en de psyche van de hoofdpersoon onder de loep worden genomen. Verhalen waarin het, om de woorden van J.G. Ballard te gebruiken, net zo veel of meer gaat om ‘inner space’ dan om ‘outer space’. Aâma is een stripreeks voor de liefhebber van serieuze SF, waarbij de verkenning van het innerlijke leven op de voorgrond staat (ook al is hier geen gebrek aan bijzondere technologie en buitenaardse landschappen). Een man zonder herinneringen ontwaakt in het troosteloze landschap van de planeet Ona(ji). Een robot die lijkt op een aap schiet hem te hulp. Hij geeft de man zijn dagboek. Verloc Nim kan nu teruglezen wat er is gebeurd.
Aâma is getekend in een mooie klare lijn, zonder heel veel fratsen. De serie kent fascinerende wendingen en als hoofdpersoon een man die aan lager wal is geraakt en nu een kans krijgt om wat van zijn leven te maken. Lukt dat of zit hij zichzelf alleen maar in de weg? Dit is goede SF in stripvorm en volgens mij zou iemand als Ballard hier ook van hebben kunnen genieten.
5 – Orbital (Pellé/Runberg)
Ik sla in deze Top 5 een heel aantal klassieke SF-strips over, zoals Yoko Tsuno, Storm, Trigië, Ian Kaledine, Luc Orient en Ravian, ook al geniet ik er nog zo van. Het leek mij namelijk leuk als jullie ook met een paar nieuwere series kennis konden maken. De oudere reeksen hebben echter nog steeds veel invloed. Zo wordt de reeks Orbital wel eens vergeleken met de Ravian-verhalen. Ook hier draait het om een wat sullige mannelijke hoofdpersoon – Caleb Swany. Hij is de eerste van het menselijk ras die wordt toegelaten als agent van de IDD, een organisatie die de vrede tussen de werelden van de Confederatie probeert te handhaven. Hij wordt gekoppeld aan de doortastende Mezoke Izzua, een buitenaards wezen uit een ras waartegen de mensheid oorlogsmisdaden heeft gepleegd. Een hele reeks bijzondere buitenaardsen komt voorbij, net als in de Ravian-serie, en de tekenstijl doet ook wat denken aan die reeks. Orbital heeft echter een eigen karakter. Zo wordt de spanning tussen de buitenaardse volken goed opgebouwd en moet Caleb niet alleen afrekenen met zijn eigen verleden, maar wordt hij ook nog eens aangesproken op het gedrag van de mensheid. Orbital is een mooie reeks, die laat zien dat het SF-genre in de Europese stripwereld nog steeds springlevend is!
Johan Klein Haneveld – Mijn Top 5 Europese SF-strips
Johan Klein Haneveld schreef tot nu toe zeventien boeken, waaronder meerdere verhalenbundels, de novelle Plastic Vriend en de SF-roman IJsbrekers. De bundel verontrustende verhalen Ruisreizigers is het meest recent uitgekomen. Zijn korte verhalen verschenen onder andere op Modern Myths, in de tijdschriften Fantastische Vertellingen en SF Terra en in de bundels Ganymedes 17, Wereldbedenkers en Tenenkrommende Verhalen.
In september 2020 verschijnt van Johan de post-apocalyptische ‘sword & sorcery’-roman Hoeder van de Vulkaan en de dystopische SF-roman De Groene Toren. In 2021 volgt de horrorroman Scherven vol ogen. Lees ook zijn essays op Fantasy Schrijven.
Meer columns als Johan Klein Haneveld – Top 5 Europese SF-strips? Kijk in onze rubriek Columns!
© 2019-2024 Modern Myths
Reactie plaatsen