Op Modern Myths zetten we Nederlandse schrijvers in het fantastische genre graag in de spotlights. Inmiddels hebben we recensies en interviews van een uiteenlopende schare fantasy-, sciencefiction- en horrorschrijvers die ons land rijk is. Uitgeverij Iceberg Books herintroduceert nu een schrijver die al een groot aantal titels op zijn naam heeft staan: Jan D. Westerman. Wie is deze 91-jarige Goudse scifi- en fantasy-auteur van boeken als Storing, De Gezalfde van Or en De kronieken van Zanterre? Lees het in ons Jan D Westerman interview!
Onlangs stuurde uitgeverij Iceberg Books een lekker dikke pil van 670 pagina’s met de titel Storing naar de redactie van Modern Myths. Uitgever Erik Schreuder kwam de sciencefictionverhalen van de inmiddels 91-jarige Nederlandse auteur Jan D. Westerman tegen en vond dat zijn werk een groter publiek verdiende. Naast deze heruitgave van Storing kondigde Erik ook meteen Gestrand op Helga’s Doem en De val van de muta aan. Deze verhalen zijn inmiddels verschenen en binnenkort komen daar nog De Gezalfde van Or en De Mylanese Skar bij.
Schreuder vergelijkt het werk van Jan D. Westerman met dat van auteur Jack Vance (wiens boeken je kan lezen bij uitgeverij Spatterlight). Dat is niet zo vreemd, want Westerman is groot fan van die Amerikaanse scifi- en fantasy- schrijver. Maar wie is Jan D. Westerman zelf? Wat zette hem tot schrijven aan en hoe kijkt iemand die geboren is in 1933 naar het sciencefictiongenre? Tijd voor een interview!
- De jaren 1935 tot en met 1955 waren de gouden tijd van de sciencefiction waarin de grote drie Isaac Asimov, Robert A. Heinlein en Arthur C. Clarke hun eerste verhalen publiceerden. U bent in 1933 geboren. Wanneer bent u in aanraking gekomen met sciencefiction?
Dat moet ongeveer halverwege de vijftiger jaren zijn geweest. De aanleiding was de roman On the Beach van Nevil Shute, geen specifieke SF-auteur, maar dit verhaal is daarop een uitzondering. In die jaren was de dreiging van een wereldwijde atoomoorlog heel reëel en Shute beschrijft in deze roman op indringende wijze de laatste dagen van de mensheid na een allesomvattende atoomoorlog.
Daarna ben ik me gaan verdiepen in de wereld van sciencefiction. Een belangrijke bron waren de Prisma pockets van Spectrum die veel SF uitbrachten, heel betaalbaar, één gulden vijfentwintig!!! De eerste was The day of the Triffids van John Wyndham. Naar mijn mening nog steeds een topper en daarna kocht ik elke maand wel een nieuwe SF-pocket van Prisma. Ik heb nog steeds drie planken van mijn boekenkast vol staan met die oude Prisma pockets.
- Zijn er schrijvers die u hun hele carrière gevolgd hebt?
Jack Vance, ik denk dat ik alles van hem wel meerdere keren heb gelezen. Vance is een verhalenverteller pur sang en weet de lezer als geen ander deelgenoot te maken van het verhaal. En verder natuurlijk Arthur C. Clarke, Heinlein en Asimov. Tja, ik ben al wat ouder natuurlijk.
- Welke gerenommeerde auteurs leest u nog steeds en zijn er ook moderne sciencefictionschrijvers die u ons aan kan raden?
Ik vind de De lange winter-trilogie van A.G. Riddle erg goed en ook de boeken van Adrian Tchaikovsky behoren nu tot mijn favorieten, warm aanbevolen.
- Wat zette u er toe aan na uw pensioen zelf te gaan schrijven? En was dit ook meteen sciencefiction?
Als kind voelde ik al de drang om te schrijven en verhalen te vertellen. Als we op de lagere school – die nu basisschool heet – een opstel moesten maken, werd dat bij mij altijd drie keer zo lang als dat van mijn klasgenoten. Ik probeerde van zelfs het meest saaie onderwerp een spannend verhaal te maken, wat me door de leerkrachten niet altijd in dank werd afgenomen. Het liefst was ik schrijver geworden, maar dat was zeker in die naoorlogse jaren geen optie. ‘Geen droog brood mee te verdienen’, zei mijn vader. Dus werd het mijn tweede passie: schepen en varen en werd het de Zeevaartschool.
Niet dat ik daar ooit spijt van heb gehad, maar toen ik na mijn pensionering de kans kreeg om te gaan schrijven, greep ik die kans met beide handen aan. Mijn eerste boek was sciencefiction, maar ik heb al vrij snel ook twee kinderboeken en een autobiografisch boekje over de tweede wereldoorlog en mijn tijd bij de stoomsleepvaart geschreven.
- U bent fan van de Amerikaanse sciencefiction- en fantasyauteur Jack Vance. Ook deze veelschrijver werkte bij de koopvaardij en had als hobby zeilen. Het werk van Jack Vance wordt momenteel opnieuw uitgegeven bij Spatterlight en uw werk nu bij Iceberg Books. Is het toeval dat er zoveel overeenkomsten zijn tussen u en Vance? Of hebt u bewust uw idool gevolgd?
Op de vraag of ik Vance bewust heb gevolgd is het antwoord nee. Maar onbewust heeft het zeker meegespeeld. Schrijf nooit iets dat je niet zelf zou willen lezen, is een van de tien regels voor auteurs. Daarvan uitgaande is het logisch dat je als auteur wordt beïnvloed door je voorkeuren als lezer. Overigens vind ik het een grote eer als mijn werk door lezers wordt vergeleken met dat van een grootheid als Vance. Ik zou de vergelijking zelf niet durven maken.
- Wat was uw eerste publicatie en hoe is dat werk verschenen?
Mijn eerste publicatie was de Psor-trilogie, bijna tweeduizend pagina’s spanning en avontuur op de wonderlijke planeet Psor. Dat is een wereld met een extreem doorgevoerd kastesysteem waar de laagste kaste – “de onbedekten” – minder rechten heeft dan dieren en de oppermachtige priesterkaste de dienst uitmaakt. Na enkele vergeefse pogingen om een uitgever te vinden, besloot ik het zelf uit te geven.
Het werd een grote teleurstelling. Door het ontbreken van publiciteit en de relatief hoge prijs van een POD (print on demand – red.) uitgave bleef de verkoop beperkt tot een paar honderd exemplaren. Lezers die het wel ontdekt hadden, kochten na het eerste deel altijd ook beide andere delen en waren vol lof. Maar alleen mond-tot-mondreclame van zo’n kleine groep is niet voldoende om bekendheid te krijgen. Daar komt nog bij dat ik niet de figuur ben om met een stapeltje boeken onder de arm boekwinkels af te gaan en te proberen mijn werk op die manier te slijten. Daar gunde ik me trouwens ook de tijd niet voor, ik wilde verder met schrijven.
- Wat was de inspiratie voor uw eerste verhaal?
Dat verhaal is al lang voor mijn pensionering in mijn fantasie ontstaan. Inspiratie is nooit mijn probleem geweest, het probleem is tijd. Er liggen meer verhalen in mijn brein opgeslagen dan ik nog zal kunnen schrijven. Maar voorlopig hoop ik nog een tijdje door te kunnen gaan.
- Inmiddels is Storing verschenen bij Iceberg Books en er volgen dit jaar nog vier titels. Op het moment schrijft u ook nieuw werk. Horen de boeken bij elkaar of zijn het afzonderlijke verhalen?
Sciencefiction staat even op een zijspoor. Op dit moment werk ik aan een boek over de Rijnvaart van de jaren 30 tot de jaren 60 van de vorige eeuw. Mijn ouders hadden een rijnaak en ik ben op het water geboren en getogen. De Rijnvaart van die jaren is niet te vergelijken met de moderne versie van nu. Het was een hard bestaan, maar het had ook zijn charme en ik wil de herinnering aan die tijd doorgeven aan volgende generaties.
Zodra ik daarmee klaar ben, zit er een volgend deel van De Kronieken van Zanterre in de planning. Ik schrijf vaak een serie. Als een verhaal eenmaal “loopt”, dient zich min of meer automatisch een vervolg aan. En soms is een verhaal in een boek afgerond, zoals bijvoorbeeld Storing of De Zwarte Farao. Ik ben blij dat mijn boeken nu via Iceberg Books een tweede kans krijgen met een uitgebreide redactie, nieuwe titels en nieuw artwork. En soms enkele door mij geschreven overbruggingen als de oorspronkelijke titel wordt opgesplitst in twee delen. Afgezien van nieuw werk heb ik al dertien boeken op mijn naam staan. Voorlopig ben ik heel blij dat er nu op korte termijn al zoveel werk van me als tweede druk wordt uitgegeven bij Iceberg Books en dat mijn boeken daardoor meer bekendheid krijgen.
- Storing gaat over een tijd waarin onze technologie niet meer werkt en we erachter komen hoe afhankelijk we ons gemaakt hebben van bijvoorbeeld digitalisering. Onlangs was er een grote storing bij de systemen van Defensie, waardoor overheidsdiensten problemen kregen en vliegtuigen niet konden vertrekken. De reactie van de minister van Justitie David van Weel was: ‘Ook bij Defensie kan er een storing zijn. Het hoeft dus ook geen aanval te zijn. Get used to it, zou ik zeggen.’ Kunt u zich vinden in die uitspraak, of pleit u voor meer secundaire systemen en een grotere bewustwording van hoe kwetsbaar we onszelf hebben gemaakt?
Ik vind dat we ons zo goed als maar mogelijk is moeten voorbereiden op dergelijke gebeurtenissen. Daar hangt natuurlijk een kostenplaatje aan, maar de schade die een dergelijke storing kan veroorzaken kon nog wel eens vele malen groter zijn. En dan denk ik niet alleen aan materiële schade.
In Storing zegt een van de personages: ‘als dit in de 17e of 18e eeuw zou zijn gebeurd, zouden ze het niet eens hebben gemerkt. De molens zouden blijven malen en de trekschuit zou blijven varen’. Een waarheid als een koe. Met elke technologische vooruitgang wordt ook onze kwetsbaarheid groter. Iets waar we terdege rekening mee moeten houden lijkt me.
- U heeft in uw leven veel grote technologische ontwikkelingen meegemaakt. Op het moment zijn we getuige van wederom een technische revolutie in de vorm van artificiële intelligentie. Wat vindt u als sciencefictionschrijver van hoe de mens omgaat met deze veranderingen?
Mijn generatie heeft, denk ik, de grootste technologische ontwikkeling tot nog toe meegemaakt. In mijn jeugd hadden alleen de welgestelden een radio en een telefoonaansluiting. In mijn geboortedorp met circa vierduizend inwoners waren er welgeteld tweeënzeventig telefoonaansluitingen. Zo’n verbinding moest handmatig door een telefoniste tot stand worden gebracht. En kijk eens waar we nu zijn. Zelfs kinderen op de basisschool hebben vaak al een mobieltje.
Dat we niet altijd goed omgaan met al die verworvenheden is wel duidelijk. Denk aan massavernietigingswapens en de verslaving aan onze mobiele telefoons en social media. Artificiële intelligentie biedt ons ongetwijfeld nieuwe kansen, maar als we niet oppassen kan het ook tot grotere geestelijke armoede leiden. Het is nu al zo dat veel jongeren voor het meest simpele rekensommetje hun mobieltje tevoorschijn halen.
- Sciencefiction waarschuwt voor de gevolgen van nieuwe technologie en de consequenties als deze immoreel ingezet wordt. Op Modern Myths brengen we altijd graag het duale van onze maatschappij aan het licht: aan de ene kant kijken we verder dan ooit het heelal in met onze telescopen en hebben we wonderbaarlijke techniek als deeltjesversnellers. Tegelijkertijd zijn er dramatische oorlogen in de Gazastrook en in Oekraïne. Waar komt deze dualiteit in ons mensen vandaan?
In feite lopen we emotioneel geestelijk achter op de technologische ontwikkelingen. Er zit nog steeds een stukje Neanderthaler in ons brein, dat ons denken en doen meer beïnvloedt dan we ons realiseren. In mijn boeken zijn talloze voorbeelden van dit dualisme te vinden. In De geheimen van planeet X 214 – dat binnenkort uitkomt bij Iceberg Books – ontdekt inspecteur Jason Winter al snel dat er op deze wereld wat dat betreft weinig verschil bestaat met de aarde. Ook hier worden mensen onderdrukt, uitgebuit en heerst er onrecht. En eenmaal terug op aarde blijkt het er daar in die tussentijd ook niet op te zijn vooruitgegaan.
Ik zou graag iets anders zeggen, maar ik verwacht wat dat betreft voor de toekomst weinig verbetering. Dat Neanderthaler-gen houden we nog wel een tijdje.
- Is deze dualiteit inherent aan technologie? Drones bijvoorbeeld worden gebruikt om prachtige beelden van onze natuur te schieten met camera’s, maar ook om tijdens oorlog de vijand te bestoken. Hetzelfde geldt voor robots: ze kunnen mensen helpen, maar ook als wapen gebruikt worden. Zal dit ooit veranderen?
Toen onze verre voorouders ontdekten dat je met vuursteen een bijl kon maken om hout mee te bewerken, kwamen ze er ook al snel achter dat je die bijl kon gebruiken om een vijand de hersens in te slaan. En daar is helaas nog weinig in veranderd. Dit zal, naar ik vrees, het komende millennium ook niet gaan gebeuren.
In Gestrand op Helga’s Doem – dat onlangs ook bij Iceberg Books verschenen is – wordt de situatie op aarde in 3700 beschreven. De eerst zo succesvol lijkende en bejubelde genetische manipulatie blijkt een paard van Troje. Groepen bestrijden elkaar op leven en dood en uiteindelijk rest er maar een oplossing: de mensheid moet haar moederplaneet prijsgeven. Maar ook op de gekoloniseerde nieuwe wereld is een vreedzame samenleving niet zonder meer een gegeven.
- In de jaren zeventig en tachtig was “zure regen” een probleem. Dat hebben we kunnen oplossen, maar nu hebben we te maken met global warming. Denkt u dat er ooit een tijd komt waarin de mensheid niet van het ene probleem in het andere rolt? Zijn we in staat om onze destructieve aard de baas te worden?
Het antwoord op deze vraag heb ik eigenlijk al gegeven. Ik ben bang dat we nog vele, vele generaties met dit probleem zullen worstelen. Misschien, heel misschien, dat we in de verre toekomst in staat zullen zijn onze oerdriften te beheersen. Maar eerlijk gezegd heb ik mijn twijfels.
- Ziet u bijvoorbeeld ooit een maatschappij als in Star Trek mogelijk worden op aarde?
Ik moet bekennen dat ik Star Trek nooit heb gevolgd en dus de verhalen niet ken. Ik kijk sowieso weinig films of series. Mijn voorkeur gaat uit naar lezen, waarbij ik het verhaal zelf kan visualiseren en niet de versie van een regisseur of filmmaker krijg voorgeschoteld. Maar als de vraag is of ik verwacht of er ooit een ideale samenleving mogelijk zal zijn, is het antwoord helaas ontkennend.
Mijn boeken spelen zich vaak af op vreemde, soms in het verleden door mensen gekoloniseerde werelden waar veel kennis verloren is gegaan, met een middeleeuwse samenleving of erger tot gevolg. Fictie natuurlijk, maar zeker niet ondenkbaar. Ook niet hier op aarde. Wie zegt dat er in een ver verleden al niet zoiets is gebeurd? Legendes als het verzonken Atlantis moeten een oorsprong hebben.
- In sciencefiction zijn er talloze ideeën over buitenaards leven. Van space opera rassen zoals in Star Wars tot harde sciencefiction met geëvolueerde spinnen en octopussen in de serie Kinderen van de tijd van Adrian Tchaikovsky. Over welke versie schrijft u het liefst?
Ik vind Kinderen van de tijd een geweldig goed verhaal, maar ik zou het niet kunnen schrijven. Men moet van mij ook geen verhalen over ruimte-oorlogen verwachten. Mijn verhalen spelen zich vaak af op verre werelden met soms vreemde gewoonten en gebruiken, of gewoon hier op aarde. Soms gesitueerd in de verre toekomst en soms gewoon in de huidige tijd. Zoals bijvoorbeeld Storing. In mijn boeken staat altijd de mens centraal.
- In welke vorm denkt u dat er buitenaards leven in onze toekomst ligt, als dat er überhaupt al zal zijn?
Ik ben ervan overtuigd dat er buitenaards leven is. Het is nogal hoogmoedig te veronderstellen dat wij op deze kleine planeet uniek zouden zijn. Ik ben geneigd te geloven dat Erich von Däniken gelijk heeft in zijn stelling dat de aarde in het verleden bezocht is door een buitenaardse intelligentie. En mogelijk gebeurt dat nog steeds.
In mijn verhalen benader ik het vaak vanaf de andere kant en is het de mensheid die al door aliens bevolkte planeten koloniseert. De verschillen zijn soms groot en de contacten blijven vaak beperkt, zoals bijvoorbeeld tussen Kla en mensen in De Kronieken van Zanterre. Daarin streven de Kla heel subtiel hun eigen doeleinden na en proberen ze de mensheid te manipuleren, zoals de lezer zal ontdekken.
- Stel dat de mensheid de enige in het universum is, wat zal dat voor onze toekomst betekenen?
Of we de enige zijn of niet, de toekomst van de mensheid ligt naar mijn overtuiging in de ruimte. We zijn hard op weg onze moederplaneet uit te putten. Om te kunnen overleven zullen we nieuwe werelden moeten vinden. Een basis op de maan of Mars zou een klein begin kunnen zijn.
Kolonisatie van planeten in andere zonnestelsels zijn voor mij een geliefd onderwerp in mijn romans. En, zoals je misschien weet: sciencefiction heeft vaak een voorspellend karakter. Denk maar aan de boeken van Jules Verne.
- Hoe denkt u dat de aarde er over een jaar of vijftig uit zal zien? Extrapoleert u in uw verhalen liever een klein stukje de toekomst in, of vele decennia?
Ik verwacht dat robotisering en artificiële intelligentie dan een zeer grote rol zullen spelen in ons leven. Hopelijk in positieve zin. Maar ik ben bang dat er ook een negatieve kant aan zal zitten. In welke tijd mijn verhalen zich afspelen hangt helemaal af van het onderwerp. Ik heb geen speciale voorkeur.
- Welke verhalen mogen we de komende tijd nog van u verwachten?
Buiten een vervolgdeel van De Kronieken van Zanterre heb ik nog stof genoeg in mijn bovenkamer. Zo speelt er al een tijdje een idee over een verhaal waarin de aarde bedreigd wordt door de inslag van een grote asteroïde. Maar voorlopig ben ik blij met de grotere bekendheid van de vijf boeken die dit jaar opnieuw uitkomen bij Iceberg Books. Veel leesplezier!
Jan D Westerman interview – Meer informatie
Het werk van Jan D. Westerman wordt opnieuw uitgegeven door uitgeverij Iceberg Books. Naast Storing vind je daar ook meer informatie over de series De kronieken van Zanterre en De geheimen van planeet X214. Kijk ook op de website van Jan zelf: JanWesterman.nl. De boeken vind je ook op Bol.com en Amazon.nl:
Storing
Bol.com – Storing – € 24,99
Amazon.nl – Storing – € 24,99
eBook Bol.com – Storing – € 9,99
Kindle Amazon.nl – Storing – € 9,99
De kronieken van Zanterre 1 – Gestrand op Helga’s Doem
Bol.com – Gestrand op Helga’s Doem – € 17,99
Amazon.nl – Gestrand op Helga’s Doem – € 17,99
De kronieken van Zanterre 2 – De val van de muta
Bol.com – De val van de muta – € 17,99
Amazon.nl – De val van de muta – € 17,99
De geheimen van planeet X214 1 – De Gezalfde van Or
Bol.com – De Gezalfde van Or – € 17,99
Amazon.nl – De Gezalfde van Or – € 17,99
De geheimen van planeet X214 2 – De Mylanese Skar
Bol.com – De Mylanese Skar – € 17,99
Amazon.nl – De Mylanese Skar – € 17,99
Wil je meer interviews lezen na dit Jan D Westerman interview? Ga naar onze Interviews!
Jan D Westerman interview © 2024-2024 Modern Myths
Reactie plaatsen