De opening van de TimeTrap door Charles van Wettum
Het weekend in Bergen op Zoom loopt volgens een vast stramien. Tot een uur of tien zijn de jonge tienertjes de baas. Tussen elf en twaalf druppelt de harde feestkern binnen, de populatie die kwaliteitsfeesten kan bouwen. De terrasjes op de Grote Markt zijn de ontmoetingsplek, er vormen zich groepjes die een beetje in de binnenstad rondslenteren. Langs de toegangswegen staan hier en daar wat politieauto’s. De ambulances voor comadrinkers rijden vanaf een uur of elf, rond één uur zijn er wat kleine relletjes, om half twee gaan de terrassen en cafés dicht en gaat iedereen naar huis. Het feestleven in Bergen op Zoom is dus best gezellig. Er is één tekort: die éne plek waar je op zaterdagavond samen écht uit je dak kunt gaan – die plek ontbreekt.
Vorige week kwam er opmerkelijk nieuws. Er komt een nieuwe tent: de TimeTrap. Van de naam moeten ze het duidelijk niet hebben, maar de marketing is wel goed: “the buzz is strong”. Niemand weet er het fijne van, maar de geruchten zijn positief. Natuurlijk gaan er ook rare verhalen rond: ze zeggen dat de locatie tussen zaterdag en zondag is, dat de entree één dag kost en dat je daarvoor zes uren extra weekend krijgt.
De eerste zaterdag van TimeTrap is de drukte op de markt niet anders dan anders. Feestvierders zijn conservatieve mensen – ze lopen net als andere burgerlijke types achter anderen aan. Iemand anders moet het eerst uitproberen. Het heel kleine groepje échte innovators loopt wél zoekend rond. ‘Weet jij waar we moeten zijn?’ is de meest gehoorde vraag. De rest kijkt en wacht af.
Graham hoort niet bij de innovators, Juliette kent hem langer dan vandaag. Het is gewoon een goede jongen. Hij heeft een grote mond, natuurlijk, maar alleen in een groep en als iemand anders de kar trekt. Een beetje hooligannen, beetje roken, veel drinken, soms een pil, af en toe vechten, beetje politie treiteren, maar altijd op tijd hard weglopen. Zoals bij zijn karakter past, heeft Graham haar vandaag meegenomen naar de markt en zitten ze op een terrasje langs de zijkant. Kijken en afwachten.
Vijf minuten voor twaalf. Midden op de markt verschijnt een partytent, niemand heeft gezien waar die vandaan kwam. De meest exacte omschrijving is dat er een lichte mist hing die steeds dichter werd totdat het een tent was. De tent heeft vier entrees – boven elke deur hangt een bord: “TimeTrap. Entree: 1 dag.” In iets kleinere letters daaronder: “Alle consumpties: 60 minuten. Betalen met duimafdruk.” Daaronder nog wat tekst in nog kleinere lettertjes, Juliette kan ze van deze afstand niet lezen.
Het groepje innovators loopt weifelend naar de entrees toe. Er is geen uitsmijter, geen propper, alleen een toegangspoortje. Duimafdruk zetten op de paal, dan gaat het poortje open. Juliette ziet Graham weifelen. ‘Ga je mee?’ vragen zijn ogen. Als zij gaat, gaat hij mee – Graham is ook geen early adopter. Juliette schudt haar hoofd. Een dag betalen? Ze weet niet wat dat betekent.
Na vijf minuten is het groepje innovators naar binnen. Om klokslag twaalf zakt er een hek voor de entrees. De tent wordt donker, er klinkt geen muziek, er zijn geen lichten. Vijf minuten lang is er niets te zien, dan springen één voor één de lichten in de tent weer aan. De entrees gaan open. Op het bord boven de deuren is de tekst veranderd, ziet Juliette. Er staat nu: “Volgende week dezelfde tijd.”
De feestvierders komen naar buiten. Er wordt nog voorzichtig wat geschreeuwd, er wordt wat gezwalkt, sommigen ondersteunen hun vrienden – de feestvierders zijn volkomen uitgeput. In kleine groepjes strompelen ze de markt weer op. ‘Dat was kicken man, wat een scene,’ hoort Graham er één zeggen. ‘Nog nooit zo’n party gehad,’ zegt een andere, een derde: ‘Die MC was fe-no-me-naal.’ Als Graham terug de Grote Markt op kijkt, is de tent verdwenen. Er lost net een dunne mist op.
Met de tent is ook de sfeer van deze zaterdagavond in het niets verdwenen – het voelt als een collectieve kater. Er lopen geen feestvierders meer rond, gesprekken vallen stil, de terrasjes lopen leeg. De omzet voor de terrasjes deze avond is minimaal, de stof voor nabesprekingen is groot. ‘We gaan nu maar naar huis,’ zegt Graham, ‘net als de anderen. Zo is er niets aan. Volgende week gaan we mee naar binnen.’
***
Het is zaterdagavond, half twaalf. Graham wilde per se wat vroeger komen, zodat ze op het terras een plekje vooraan zouden kunnen krijgen. Die stoel zit er niet in, de Grote Markt is afgeladen vol. Ze moeten genoegen nemen met een staplaats op de trap voor De Maagd, een drankje gaat al helemaal niet lukken. Graham ziet op het plein zelfs een paar gasten lopen die hij kent uit Roosendaal – het is choquerend.
Om tien voor twaalf trekt een mist over de markt, de partytent verschijnt op dezelfde onwaarschijnlijke manier als de vorige week. Vijf minuten eerder dit keer en de tent heeft tien entrees: er is gerekend op groeiende belangstelling.
‘Kom, Juliëtte.’
Iedereen haast zich naar de tent en Graham dus ook. Ze hebben besproken dat ze rustig aan zouden doen, maar Graham is hun afspraken vergeten. Hij wil met de stroom mee en trekt Juliette achter zich aan. De rijen lossen snel op – even je duim op het vlakje en het poortje gaat open, dat gaat razendsnel.
Achter de entrees lopen ze een weidse lobby in. Langs lange rijen lockers komen ze in een gigantische zaal. In drie richtingen staan in de verte grote podia, daverende muziek klinkt uit huizenhoge luidsprekertorens, overal hangen enorme schermen waarop afwisselend psychedelische beelden, dj’s met dansers en een aftellende klok zichtbaar zijn: nog 05:58:25 uur. Zwaailichten, schijnwerpers, explosies, vuurwerk – het hele plafond is één groot scherm voor de meest waanzinnige lichteffecten. Graham en Juliette staan met open mond te kijken. Dan duwen nieuwe bezoekers hen naar voren, de gigantische dansvloer op, in de richting van één van de vele grote bars. Een duimafdruk voor een drankje.
‘Ik moet naar de dames.’ Juliette heeft op de klok gekeken: 00:03:20 en “counting”, het is bijna afgelopen. Maar voordat ze naar huis kan, moet ze even. Ze loopt de dansvloer af, trapje omlaag. Beneden staat Juliette in een prachtig luxe zaal: marmeren vloeren, kleurige verlichting, lange rijen toiletdeurtjes. Uit gewoonte gaat ze naar het laatste hokje. Ze is misselijk, ze heeft meer gedronken dan ze gewend is. Terwijl ze zit, neemt de misselijkheid toe. Dit gaat even iets langer duren.
‘We gaan sluiten. Iedereen naar buiten. We gaan sluiten.’ De muziek is gestopt, de stem galmt door de zaal. ‘We gaan sluiten.’
Juliette hoort naast haar mensen protesteren, deuren worden dichtgegooid. Haar misselijkheid is nog niet voorbij, ze moet nog even. Achter haar wordt het in de zaal hoorbaar rustiger. Stil zit ze op haar knieën bij de pot, ze kan nu nog niet weg.
Tien geloosde drankjes later opent Juliette de deur van haar hokje. De zaal is uitgestorven, de kleurige lichten zijn gedoofd, de noodverlichting geeft de zaal een lugubere uitstraling. In het halfdonker wast Juliette haar handen en haar gezicht. Ze wil niet met stank naar buiten.
Waar is de uitgang? Daar is een deur. Juliette opent de deur en loopt de donkere gang in. Vreemd, ze zou toch bij de trap omhoog moeten komen? Dit herkent ze niet. Voor haar klinken een paar stemmen. Nederlands, maar met een vreemd accent. Zijn dit Zeeuwen?
‘Goede opbrengst, vanavond.’ De tevredenheid druipt er af.
Een andere stem antwoordt met hetzelfde accent. ‘Yo. Meer dan tien jaar verdiend in één sessie. Vijftig keer meer dan vorige week. Die lui zijn gestoord.’
‘Dat zijn ze zeker.’ De eerste stem. ‘Ze drinken gif, ze roken gif, ze slikken gif, ze eten gif, en ze betalen er ook nog met de tijd van hun leven voor. Ze zijn volledig de weg kwijt.’
‘Zo is het. Goed verdiend zo, we moeten uitbreiden. Hier meer toegangen. We gaan ook naar andere steden. En we moeten alle prijzen verdubbelen, dat betalen ze net zo makkelijk.’
‘Krijgen we dan geen problemen met de inspectie?’
‘Nee, natuurlijk niet. Alle voorwaarden staan openbaar bij de ingang. Iedereen weet precies waar ze voor kiezen. Inspecteurs zijn voor vrije keus voor de klanten, zolang de voorlichting maar klopt.’
De stemmen worden zwakker. Juliette ziet de wanden van de gang vervagen. Ze voelt een windvlaag, dan waait de mist weg en staat ze midden op de Grote Markt. ‘O, daar ben je,’ zegt Graham. ‘Ik ga nu naar huis, hoor. Ik ben moe. Ik zie je.’
Juliette slaapt die nacht slecht. De volgende ochtend belt ze Graham over het gesprek dat ze heeft gehoord. ‘Ja, je had stevig gedronken,’ antwoordt Graham met een lach. ‘Dat ben je niet gewend, dan krijg je dat.’
‘Maar, Graham. Je betaalt met je levenstijd. Dat zeiden ze. Je hebt nu dat feest en de drank, en dan leef je later korter.’
Graham reageert onbegrijpend. ‘Maar Juliette, denk je toch in: het kost geen geld. Gratis toegang, gratis drank! Wie kan het iets schelen dat je straks aan het eind een dagje korter leeft? Dan ben je toch al oud en ziek en zo!’
Op de socials ziet Juliette dat TimeTrap volgende week zal uitbreiden naar alle steden van West-Brabant. De week daarna gaan ze ook naar de Randstad. Als ze de prijzen checkt, ziet ze dat die zijn verdubbeld.
‘Maar Graham, moet je horen. Ik heb zitten rekenen. Als je tien jaar lang elk weekend daarheen gaat, dan ben je anderhalf jaar van je leven kwijt. En als ze de prijzen gaan verhogen, dan wordt dat nog veel meer.’
‘Haha, jij en rekenen,’ grapt Graham. ‘Maar dan nog. Dat is een koopje voor jarenlang elk weekend feest.’ Graham grijnst. ‘Ik ga volgend weekend weer. Het was ge-wel-dig.’
Op de socials ziet Juliette zijn naam verschijnen, het is er eentje in een razendsnel groeiende rij laaiend enthousiaste reacties. Ze kijkt hem aan. Wat ze wil zeggen, vergeet ze direct. Die kraaienpootjes in zijn ooghoeken, zijn die nu zojuist dieper geworden? Op haar mobiel komt een berichtje binnen: “Uw verplichtingen zijn zojuist afgeschreven. U bent altijd welkom bij de TimeTrap.”
De opening van de TimeTrap door Charles van Wettum
Charles van Wettum (1957) is tot zijn eigen verrassing in 2021 een sciencefiction-verhalenverteller geworden. Hij publiceert in tijdschriften (o.a. Fantastische Vertellingen, SF Terra, HSF), verzamelbundels (o.a. Ganymedes, EdgeZero). Hij heeft inmiddels drie boeken op zijn naam, waaronder de verhalenbundel Het zal anders en de roman Kwantumschuim. Charles timmert stevig aan de weg, houdt hem in de gaten via zijn website www.wettum.org of zijn Facebook-pagina.
Meer verhalen als De opening van de TimeTrap door Charles van Wettum? Kijk in onze rubriek Moderne Mythes: Verhalen!
De opening van de TimeTrap door Charles van Wettum: © 2023-2024 Charles van Wettum / Modern Myths
Reactie plaatsen