Fantasy, sciencefiction en horror staan op zaterdag 14 april centraal tijdens de Dag van het Fantastische Boek. In de Tolhuistuin Amsterdam, vlakbij het Centraal Station, kun je Naomi Novik, Ronald Giphart, Johan Klein Haneveld, Thomas Olde Heuvelt en meer schrijvers ontmoeten. Daarnaast zijn er lezingen en workshops. In dit Dag van het Fantastische Boek – interview spreekt Modern Myths met Martijn Lindeboom, medeorganisator van het festival, over ons geliefde genre, lezen in het algemeen en de hectiek van alledag in verhalen.
Wil je ook naar de Dag van het Fantastische Boek? Doe mee aan onze winactie en maak kans op vrijkaartjes!
- Martijn, geweldig dat je tijd vrij kon maken voor ons Dag van het Fantastische Boek – interview. Kun je iets vertellen over de Stichting ter bevordering van het Fantastisch Genre, die de dag organiseert?
De Stichting is in 2014 opgericht, omdat we vonden dat er wel heel veel gedaan werd aan het promoten van fantastische genres; fantasy, sciencefiction, horror en alles wat daarbij hoort, maar dat er niet een echte instelling voor was. Ik organiseerde al een paar jaar de Harland Awards, wat toen de Paul Harland Prijs heette en ik vond het een prettig idee om dat onder te brengen in een stichting, zodat er een organisatie was die de wedstrijd continuïteit kon geven, ook buiten mij om.
In 2011 is voor het eerst de Dag van het Fantastische Boek georganiseerd, toen nog de Harland Dag. Daar waren toen zestig mensen, wat steeds meer uitgebreid werd tot wat het nu is en wat veel groter geworden is. We werken samen met verschillende organisaties, zoals Imagine Film Festival en uitgeverijen Luitingh-Sijthoff, Lebowski Publishers, Zilverspoor en Spatterlight, de NCSF en meer. De Dag wordt mede gesponsord door het Letterenfonds, Het Amsterdams Fonds voor de Kunst en het Lira fonds. Zo hebben we de grote namen op de dag kunnen financieren.
- Hoe ben je aan de namen op het festival gekomen?
In 2015 hadden we Jeff Vandermeer (de Annihilation-trilogie), die een mooie speech heeft gehouden. We zijn toen meteen aan de slag gegaan om meer grote namen te vragen en we kwamen er al snel achter dat de schrijvers die we wilden uitnodigen, soms al twee tot drie jaar in de toekomst het hele jaar door volgeboekt zijn. Niet alleen met optredens, maar ook om hun boek af te schrijven. Als dat het geval is, doen ze soms maandenlang helemaal niets aan publieke optredens.
Vorig jaar hadden we een aantal grote Nederlandse auteurs, zoals Marieke Nijkamp, die op dit moment twee boeken in de New York Times bestsellerlijst heeft staan. Ook Corinne Duyvis was er, die in het Amerikaanse uitgeefveld is doorgebroken, wat bijzonder is voor een Nederlandse schrijver.
Dit jaar hebben we Naomi Novik en hebben we intensief samengewerkt met Tiemen Zwaan van The American Book Center uit Amsterdam, die ons geholpen heeft om haar binnen te halen.
- Is haar fanschare groot in Nederland?
Ja, haar eerste boek is Temeraire en twee jaar geleden was daar Ontworteld, welke een succes is. Komend najaar komt Zilvergaren uit (Spinning Silver) en daar wordt nu al reikhalzend naar uitgekeken. Ze gaat waarschijnlijk voorlezen uit dat verhaal.
- Ook Ronald Giphart is aanwezig, die niet bekend staat als schrijver in het genre. Hoe is zijn naam op de lijst gekomen?
Stichting Nederland Leest had in november het thema robotica. Het boek dat via de bibliotheken gratis weggegeven werd was Ik, Robot van Isaac Asimov en Ronald Giphart heeft als ambassadeur van de stichting daar een extra verhaal bij geschreven. Dat verhaal heeft hij samen geschreven met een schrijfrobot, Asibot. Ik heb hem geïnterviewd voor Hebban en dat gaan we op de Dag van het Fantastische Boek nog eens doen. Ronald geeft dan ook een demonstratie van Asibot, een zelflerend computerprogramma. Dat is al sciencefiction en daarmee halen we de mainstream naar de Dag.
Dat vinden we belangrijk, want het fantastische genre moet meer onder de aandacht gebracht worden van bijvoorbeeld mensen die zeggen sciencefiction afschuwelijk te vinden. Zij weten vaak niet dat sciencefiction wél leuk is, zoals de blockbusters in de bioscoop en de grote games ook bijna allemaal sciencefiction en fantasy zijn. Game of Thrones beschouwen ze als een spannende televisieserie, zonder zich te realiseren dat het fantasy is. Het stigma van SF en fantasy proberen we daarmee weg te nemen.
Daarom werken we ook samen met de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA). De workshopreeks ‘De Geschiedenis van Morgen’ komt daaruit voort. Zes mensen die normaal in de mainstreamgenres schrijven, hebben nu een sciencefiction verhaal gemaakt en lezen dat voor op de Dag. Zo kijken we als genre niet alleen naar binnen, maar denken we groot en trekken we het genre breder.
- Moeten de labels SF, fantasy en horror niet eens losgelaten worden?
Boekhandels labelen hun boeken zo. Als dat vervalt en alles enkel op alfabet staat, hoe vind je dan een boek? De labels zijn nodig, maar de stigma’s moeten er af. Een boek met een robot en een ruimteschip zal altijd als sciencefiction ervaren worden, ook zonder label.
- Boekhandels doen dat al, die zetten boeken die wij als SF bestempelen tussen de ‘reguliere’ boeken.
Dat heeft niet zo zeer met de boekhandels te maken, maar met de uitgevers. Die denken bij boeken die diffuus genoeg zijn of genoeg genres mixen, dit kunnen we labelen als literatuur of thriller, omdat daar een groter publiek voor is. Dat wordt als stom ervaren door het genre. Uitgevers wordt verweten dat ze zeggen: “Dit is geen SF, dit is écht goed”. Maar ik zeg dan: Op die manier krijg je SF ook onder de aandacht. Je moet er niet tegen vechten, je bevestigt dan vooroordelen. Je kunt beter samenwerken en op één lijn komen.
- Is het genre makkelijker aan de man te brengen, door de blockbusters en games?
Dat is het rare, bij boeken is dat nog steeds niet zo. Neem Elfia waar 25.000 mensen komen, bij Dutch Comic Con zelfs op één dag zoveel mensen. De aandacht voor alle films en games is vele malen groter dan alles voor de boeken en strips. Veel mensen die houden van het genre, lezen niet per se heel veel. Het is een fractie van het veld dat wel leest en dat merken we bij de Dag ook. Het is lastiger om daar veel mensen voor te trekken.
- Je bent dus eigenlijk ook vooral bezig om het lezen an sich te promoten?
Absoluut. Maar dan wel met een hele specifieke insteek: kijk wat er allemaal nog meer is. Als je heel strikt kijkt, is fictie eigenlijk allemaal fantasie. Ik snap lezers niet zo goed die strikt zeggen, een verhaal moet wel in onze wereld spelen, het moet wel realistisch zijn. Ik houd juist van verhalen in andere werelden, iets extra’s buiten mijn eigen ervaring. Bijvoorbeeld een hele andere kijk op de maatschappij.
- Wat lees je momenteel zelf?
Ik ben in allerlei boeken tegelijkertijd begonnen. Non-fictie: De mensmachine van Marc O’Connell, over transhumanisme, je geest naar een computer uploaden. Ook ben ik bezig met deel twee van De Gebroken Aarde van N.K. Jemisin die een Hugo Award heeft gewonnen. Ik lees The Black Tides of Heaven van Jy Yang, die dit jaar voor een Hugo genomineerd is. En ik ben bezig met Void Black Shadow, van Corey J. White, een novelle serie, een echte ‘space opera’.
- Raak je dan niet zelf beïnvloed als schrijver door wat je leest?
Ik heb mezelf gedwongen om, ook als schrijver, veel te lezen. Schrijvers die niet lezen zeggen vaak dat je dan beïnvloed wordt, waarop ik zeg: ben jij dan zo makkelijk beïnvloedbaar? Je moet juist veel lezen, zodat je gestimuleerd wordt door allerlei vergezichten, zodat je onderbewuste input krijgt om zelf te schrijven. En je blijft op de hoogte van wat er al is, zodat je niet een boek schrijft in een thema waar er al net vijf boeken in uitgekomen zijn. Je moet je veld kennen. Lees ook veel voor de schrijfvaardigheid. Zowel in het Nederlands als in het Engels. Daag jezelf uit om spannende, nieuwe dingen te schrijven.
- Artistiek directeur Chris Oosterom van Imagine zegt dat het fantastische verhaal niet veranderd is in de afgelopen jaren, maar de manier waarop het verteld wordt. Hoe zie jij dat?
Ja, dat heeft te maken met vorm, maar ook wat er verteld wordt. Sciencefiction gaat niet zozeer over de toekomst, maar de tijd waarin men leeft. Neem 1984 van George Orwell, dat in 1948 geschreven is. Het boek is geschreven in de tijd van de opkomst van de angst voor de Russen, net na de Nazi’s. Dat gaat meer over de angsten van dat moment, dan de verwachting dat er echt een surveillancestaat zou komen. Daar staat een boek als dat van Corey White tegenover, dat zijn gewoon achtbanen. En je hebt filosofische, diepgravende boeken in sciencefiction, die nu bijvoorbeeld over gender, discriminatie en #metoo gaan. Dat komt er nu uit, omdat die onderwerpen de afgelopen jaren steeds meer zijn gaan spelen. De onderwerpen zijn door de loop der jaren veranderd, met modernere aspecten dan jaren geleden, maar het ‘nu’ bepaalt vaak waar de verhalen over de toekomst over gaan. Er zijn daarmee verschuivingen van onderwerp en schrijfstijl.
Bij de Hugo Awards kwam er een stroming, de ‘Sad Puppies’, die zich ergerden aan de diversiteit in de verhalen die voor de Awards werden genomineerd. Ze vonden dat een linkse hobby en gingen mensen stimuleren om enkel de titels te nomineren, die zijzelf mooi vonden. Voornamelijk militaristische ruimteschepenfictie, waarin de blanke man de held is. Terug naar de jaren ‘30, ‘40, ‘50. Ze kregen zo hun boeken op de lijst, omdat de achterban groot genoeg was. Een tegenbeweging tegen de diversiteit in het veld. Daarin zag je de opkomst van Alt-right, de ontevreden Amerikaan, die Trump zijn gaan stemmen. Dat zie je in de maatschappij terugkomen, wat interessante connecties zijn. Je ziet aan de SF en fantasy welke onderstromen er in de maatschappij zijn.
- Hoe zien de komende jaren er voor het genre uit?
Je moet blijven ontwikkelen. Enkel willen dat de Dag van het Fantastische Boek groter wordt, is niet voldoende. We zijn toe aan uitbreiding naar bijvoorbeeld meerdere dagen. Wat ik verwacht van sciencefiction en fantasy zelf, is dat je de ongelofelijke en bizarre tijd waarin we nu leven terug gaat zien. De snel veranderende technologie en wereldpolitiek zijn in flux. Daar zullen de verhalen over gaan. Hoe is het om daarin te leven? Fantasy kan daarin filosofischer zijn, omdat daar wat meer afstand genomen wordt van de hectiek van nu. Misschien kan fantasy wat utopischer worden, in plaats van enkel de duistere, rauwe werelden als die in de boeken van George R.R. Martin.
- Als je één ding gaat zien op de Dag van het Fantastische Boek, welk onderdeel moet dat dan zijn?
Naomi Novik. Die is speciaal voor deze dag naar Nederland gekomen. Daar moet je bij zijn. Daarnaast zou ik als tips geven: de talkshow van de SLAA en de voorleessessies van de Geschiedenis van Morgen. Julie Philips zal ook heel leuk worden, zij schrijft de biografie van Ursula Le Guin. Ze heeft de biografie van James Tiptree, JR. geschreven, waar ze een Hugo Award voor gewonnen heeft. Auteur Auke Hulst zegt dat dat de beste biografie is die hij ooit gelezen heeft. Maar elk onderdeel is eigenlijk heel erg leuk.
- Dank je voor je tijd en tot zaterdag!
De Dag van het Fantastische Boek vindt plaats op zaterdag 14 april in de Tolhuistuin Amsterdam. Meer informatie vind je op onze agendapagina.
Meer Modern Myths interviews lees je hier.
© 2015-2024 Modern Myths – oorspronkelijk gepubliceerd onder redactie van Fantasize.nl
Reactie plaatsen