Ik had net mijn vorige ‘Top 5’ geschreven voor Modern Myths toen hoofdredacteur Jeroen mij vroeg een top 5 te maken van de beste boeken om in het sciencefictiongenre te beginnen. “Leuk voor lezers die het genre nog niet kennen en ermee willen beginnen.” Daarom deze column: Johan Klein Haneveld – Top 5 SF-boeken voor beginners!
Toevallig was ik daar al een tijdje over aan het nadenken. Op een Amerikaanse website las ik een discussie over de vraag waarom fantasy tegenwoordig zo’n populair genre is, terwijl sciencefiction veel minder wordt gelezen. Enkele decennia geleden lagen de verhoudingen namelijk helemaal anders. Zelfs Nederlandse uitgevers gaven toen in groten getale SF-pockets uit die je nog steeds tegenkomt in de tweedehands boekwinkels.
Entry level books
In die discussie suggereerde iemand dat er in het fantasygenre gewoon meer boeken worden uitgegeven die je kunt lezen zonder ooit eerder fantasy te hebben gelezen. ‘Entry level books’ werden die genoemd. Voor sommige series helpt het als je meer fantasy hebt gelezen (zoals de boeken van Steven Erikson), maar meestal hoef je niet al te weten hoe magie werkt en volgens welke regels. Of de verschillen tussen alle soorten draken en dwergen te kunnen benoemen. Vaak kennen de hoofdpersonen hun wereld ook nog niet en kun je die met hen mee ontdekken.
Sciencefiction ingewikkeld?
Voor sciencefiction ligt dat vaak anders. Heel wat korte verhalen en romans gaan ervan uit dat je grote concepten al begrijpt of weet wat bepaalde uitvindingen doen – dat wordt verder niet uitgelegd. Van de lezer wordt verwacht dat hij of zij uit kleine aanwijzingen begrijpt hoe de wereld functioneert, regelmatig op basis van eerdere boeken in het genre. SF-verhalen reageren vaak op eerdere verhalen in het genre. Daardoor kan het plot behoorlijk ingewikkeld worden. De hoofdpersonen zijn bovendien vaak wetenschappers of ruimtevaarders die zelf hun eigen universum kennen als hun broekzak. Voeg daarbij een voorliefde voor technische termen van sommige schrijvers en personages met wie het moeilijk mee te leven is, omdat ze zo anders zijn dan wij, en het genre krijgt al snel de naam ‘ingewikkeld’ te zijn.
Als iemand met interesse in sciencefiction een boek van Hannu Rajaniemi oppakt, zou dat wel eens het laatste kunnen zijn wat hij of zij uit het genre leest. Dat betekent niet dat het boek slecht is – hij is een van mijn favoriete SF-schrijvers – maar je moet al wel veel SF hebben gelezen om zijn werk te kunnen waarderen.
Het heelal in het groot
Nu mogen mensen lezen wat ze willen – daar gaat het niet om – maar ze lopen op deze manier wel geweldige boeken mis. Sciencefiction kan als geen ander genre de vinger leggen op zere plekken in onze samenleving, kan laten zien hoe mensen reageren op technologische innovaties of wetenschappelijke inzichten, kan leiden tot verwondering over het heelal in het groot of de natuur in het klein en is vaak buitengewoon fantasievol. Ik zou niet zonder SF in mijn boekendieet kunnen. Daarom schrijf ik het natuurlijk ook. Mijn bundel Het teken in de lucht werd door proeflezers beschreven als heel toegankelijk voor mensen die niet eerder sciencefiction hadden gelezen en is een mooie kennismaking met het genre. Maar er zijn nog veel meer boeken die je kunt oppakken als je wilt kijken of sciencefiction ook voor jou interessant is. In Johan Klein Haneveld – Top 5 SF-boeken voor beginners noem ik er vijf, met bij elk een boek dat je daarna kunt lezen, dat net een stapje verder gaat.
1 – The Long Way to a Small Angry Planet (Becky Chambers)
In het Engelse taalgebied vindt op dit moment een heuse renaissance plaats binnen de sciencefiction. Was het eerst het domein van mannelijke, voornamelijk blanke en heteroseksuele schrijvers en lezers, tegenwoordig zijn er steeds meer vrouwen van diverse geaardheden en etniciteiten die deze boeken lezen en ze schrijven. Veel van deze boeken zijn ook voor nieuwe lezers toegankelijk, vaak omdat ze minder de nadruk leggen op wetenschap en technologie, maar meer op relaties en emoties en hoe te overleven in een samenleving die je dwingt anders te zijn dan je bent.
Becky Chambers was een van de schrijfsters die de aftrap gaf voor de nieuwe ‘gouden eeuw van de sciencefiction’ met haar Wayfarers-trilogie (waarvan elk boek los te lezen is). Ja, The Long Way to a Small Angry Planet bevat vreemde buitenaardse wezens, ruimtepiraten en bijzondere planeten, maar die maken niet de kern uit van het verhaal. De relaties tussen de personages staan centraal: een gezelschap van mensen en buitenaardsen die allemaal hun eigen geheimen en problemen hebben. Een reptielachtig wezen moet aarden tussen mensen die niet van aanraking houden. Een buitenaards wezen lijdt aan een infectie die zijn identiteit verandert. En een technicus is verliefd op de kunstmatige intelligentie die niet overal als persoon wordt geaccepteerd. Je gaat van al deze personages houden, hoe ze ook van elkaar verschillen. Absoluut een aanrader, ook als je nog niet eerder sciencefiction hebt gelezen.
De volgende stap: Durf je een iets grotere uitdaging aan, dan is Noumenon van Marina J. Lostetter misschien wat voor jou. Dit boek bevat wat meer interessante wetenschappelijke ideeën; met enorme artefacten in de ruimte, op waterstof gebaseerde technologie en een radicaal veranderde menselijke gemeenschap. De vorm is ook interessant. Het is een zogenaamde ‘mozaïekroman’, samengesteld uit meerdere korte verhalen. Elk ervan beschrijft een volgende generatie in een eeuwen durende reis. Maar in elke generatie komen dezelfde personen terug, omdat ze zijn gekloond. Net als het boek van Becky Chambers is ook dit verhaal echter niet kil of ontoegankelijk, maar juist rijk aan emotioneel inzicht. Relaties overschrijden de generaties en de relatie tussen mensen en kunstmatige intelligentie wordt onderzocht. Het einde is ook mooi. Ook wie nog weinig SF heeft gelezen zal van dit boek kunnen genieten.
2 – The Hunger Games (Suzanne Collins)
Grote kans dat je dit boek al gelezen hebt. Of dat je de film kent. De The Hunger Games-trilogie van Suzanne Collins was namelijk erg populair en de verfilmingen waren stuk voor stuk succesvol. Ze leidden ook nog eens tot een golf van dystopische young adult-series, waarvan sommige bijna net zo bekend werden (denk aan Divergent of The Maze Runner). Vreemd genoeg zijn er liefhebbers van deze boeken die volhouden dat ze niet van sciencefiction houden. Maar dystopische verhalen horen bij het genre, met boeken als Brave New World of 1984 waar de uitdrukking ‘Big Brother is watching you’ vandaan komt. In deze verhalen worden ontwikkelingen uit onze huidige maatschappij doorgetrokken en wordt aangetoond hoe de vrijheid van het individu te lijden kan krijgen door machtsmisbruik. Vaak is er een hoofdpersoon die zich niet in zijn wereld thuis voelt en probeert zich ertegen te verzetten, zij het soms zonder succes.
The Hunger Games staat met beide benen in deze traditie en schetst een wereld waarin de klassenverdeling in de Verenigde Staten verder is doorgevoerd en mensen met een wreed spel onder controle worden gehouden. Een jonge vrouw dreigt slachtoffer te worden van het regime en staat op het punt alles waar ze van houdt kwijt te raken. Ze vindt echter een manier om zich tegen het systeem te verzetten. Een vlot lezend en toegankelijk verhaal, met een duister randje. Als je van dit boek geniet, is er een grote kans dat je meer SF-verhalen zou kunnen waarderen!
De volgende stap: Fahrenheit 451 van Ray Bradbury bijvoorbeeld. Dit is een van de klassieke dystopsiche verhalen. Het stamt uit 1953, maar heeft een tijdloos karakter. Ray Bradbury is namelijk een van de beste SF-schrijvers uit de (oude) ‘gouden eeuw van de sciencefiction’. Hij legt niet de nadruk op technologische ontwikkelingen of wetenschappelijke ontdekkingen, maar duikt diep in de psyche van zijn personages. Brandweerman Guy Montag houdt van zijn werk, het verbranden van boeken, maar realiseert zich ook dat er iets mist in zijn bestaan. Het blijkt dat boeken en de diepgang die ze bevatten die leegte kunnen vullen, maar al snel wordt hij zelf een doelwit van het regime. Met aangrijpende beschrijvingen en een spannend slot kan het niet anders of je wordt door dit boek gegrepen.
3 – I, Robot (Isaac Asimov)
Ik merk tegenwoordig dat er wel eens wordt neergekeken op de SF uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw, de eerder genoemde ‘gouden eeuw van de sciencefiction’. De verhalen zouden eenvoudig geschreven zijn en platte personages bevatten. Dat klopt. En met de diversiteit van de verhalen is het ook niet altijd even goed gesteld. Maar sciencefiction is ideeënliteratuur en als er één ding is waar de verhalen uit deze periode in excelleerden is het de uitwerking van kernachtige, fantasievolle ideeën uit wetenschap en technologie. De meesters op dit terrein waren Arthur C. Clarke, Robert E. Heinlein en natuurlijk Isaac Asimov. Hij gebruikte zijn wetenschappelijke achtergrond om fantastische verhalen te schrijven, maar verloor zich daarbij niet in esoterische speculatie.
Ook voor lezers die nog kennis moeten maken met het genre zijn Asimovs verhalen toegankelijk. Een van zijn klassieke werken is de bundel I, robot, die middels losse verhalen vertelt hoe robots steeds meer in de maatschappij gebruikt worden, hoe mensen met deze nieuwe vorm van intelligentie omgaan en uiteindelijk hoe mens en robot gaan samenwerken. Veel van de verhalen hebben de structuur van een detectiveverhaal. Er gaat iets mis met een robot en de experts proberen te achterhalen wat er aan de hand is. De robots handelen immers strikt volgens de drie wetten van de robotica – maar die blijken nogal eens anders geïnterpreteerd te kunnen worden dan mensen denken. Suzan Calvin, de robotpsycholoog uit deze verhalen, is een van de interessantste personages die Asimov heeft verzonnen.
De volgende stap: Hou je van dit type sciencefiction waar ideeën centraal staan, dan geniet je waarschijnlijk ook van The Long Earth van Terry Pratchett en Stephen Baxter. Pratchett is bekend van zijn Schijfwereld-serie (fantasy), maar is ook groot liefhebber van sciencefiction. Baxter is een van de SF-schrijvers met de grootste ideeën van dit moment. Samen scheppen ze een fascinerend universum met parallelle werelden. Mensen ontdekken hoe ze heel eenvoudig van onze aarde naar een parallelle aarde kunnen stappen. Al snel reis je als lezer langs talloze andere werelden, waar de evolutie een heel ander pad heeft gevolgd. Maar ook leef je mee met de groepen die deze ongerepte plaatsen proberen te koloniseren en de overheid die grip op ze probeert te houden. Daarbij is er ook nog een kunstmatige intelligentie die beweert de incarnatie te zijn van een Tibetaan, genaamd Lobsang. De verbeelding in deze verhalen is fenomenaal en op bijna elke pagina is iets om je over te verbazen. Hetzelfde geldt voor de vervolgen, alhoewel die wel iets te lijden hebben door de herhaling van sommige thema’s.
4 – Revolte (Jorrit de Klerk)
In ons eigen taalgebied moet je iets langer zoeken naar sciencefiction-boeken en -verhalen, maar ook in het Nederlands zijn er pareltjes te vinden in dit genre. Uitgeverij Quasis waagde zich dit jaar bijvoorbeeld aan een uniek project, getiteld De zwijgende aarde. Zes auteurs schreven samen vijf boeken die zich afspelen in een gedeeld universum, waarin de aarde door een incident geïsoleerd raakt van de rest van het zonnestelsel. De inwoners van de kolonies op onder andere Mars, Titan en Europa zien hun kans schoon om hun eigen koers te trekken. De verhalen draaien daarnaast over het verschil tussen ‘puren’ en ‘gemodificeerden’ en hebben een duidelijk Nederlands tintje.
Jorrit de Klerk beet het spits af met Revolte, een frisse ‘space opera’ waarin Raik Minnema de kans krijgt toe te treden tot het management van de Vestakolonie. Hij komt echter terecht in een opstand. Het boek is fris geschreven met sympathieke personages, een interessante omgeving en spannende actie. En een cyborgkat. Want ja, er zit ook genoeg humor in dit verhaal. Hou je van SF-films of SF-series op Netflix dan vind je dit boek zeer waarschijnlijk ook heel boeiend.
De volgende stap: Een van mijn favoriete Nederlandstalige auteurs is Miriam Borgermans – deze Vlaamse schrijft met de Slaves-serie een fantastische dystopische Young Adult-serie. In de toekomst in deze wereld is de ongelijkheid tussen de rijke één procent en de onderklasse zover gegroeid dat de meeste mensen in slavernij leven. Deze ontwikkeling wordt pijnlijk realistisch beschreven. Jongeren worden opgeleid om als slaaf te kunnen functioneren, zo ook hoofdpersoon Raven. Voor haar voelen de vernederingen die ze ondergaat normaal, ze weet niet anders. Maar als ze van een moord beschuldigd wordt, slaat ze op de vlucht en ontdekt ze de andere kant van de samenleving waarin ze leeft. In een parallelle reeks boeken worden de gebeurtenissen beschreven vanuit een andere hoofdpersoon, Dante. De boeken zijn fris geschreven, met originele vergelijkingen en sterke dialogen. Ik ben benieuwd hoe de lijnen uiteindelijk bij elkaar gaan komen.
5 – Jurassic Park (Michael Crichton)
Ook dit boek zullen veel mensen al kennen, of anders kennen ze de film en de vervolgen daarvan (aan een derde Jurassic World wordt gewerkt). En ook van Jurassic Park zullen sommigen verbaasd zijn dat ik het als een sciencefiction-boek aanduid. Is het niet een thriller? Het verhaal speelt zich toch af in onze tijd? Ja, het is spannend, en ja, het speelt zich af in onze tijd, maar dat zijn dan ook niet de elementen die het verhaal sciencefiction – of fictie over wetenschap maken. Jurassic Park ligt in één lijn met het boek dat door velen wordt gezien als de eerste SF-roman ooit: Frankenstein van Mary Shelley. Een wetenschapper vindt iets nieuws uit, zonder na te denken over de mogelijke consequenties, en dreigt daar dan zelf het slachtoffer van te worden.
Deze verhalen zijn een belangrijke stroming binnen de sciencefiction en werden zelfs versterkt door de ontdekking van de kernenergie en de productie van de atoombom. Wetenschap en het vergaren van kennis bleek niet los te staan van ethische overwegingen, vooral met betrekking tot het gebruik van nieuwe inzichten. Deze verhalen waarschuwen dat we als samenleving de vraag moeten stellen of en hoe we een nieuwe ontdekking moeten toepassen. Michael Crichton onderbouwt zijn verhaal met diepgaande speculatie over DNA, kloneren en het gedrag van dinosauriërs. Hij plaatst zijn personages in een pretpark waar volgens de maker ervan niets mis kan gaan. Vervolgens breekt de hel los. Sommige beelden uit dit boek staan op mijn netvlies gebrand. Mijn novelle De gevonden wereld gaf me eindelijk de kans zelf ook weer over dinosauriërs te schrijven en deze invloeden te verwerken…
De volgende stap: Een andere schrijver die zijn verhalen baseert op een brede wetenschappelijke kennis is Kim Stanley Robinson. Wie de onderbouwing van Jurassic Park boeiend vond, moet Red Mars maar eens lezen. Robinson heeft zich zo verdiept in de wetenschap dat het lijkt alsof je zelf op Mars rondloopt. Als lezer volg je de eerste kolonisten die door de mensheid naar de rode planeet worden uitgezonden. Hun pogingen om Mars bewoonbaar te maken leiden tot een splitsing in de groep. Sommigen willen de planeet zoveel mogelijk ongerept houden, anderen gaan steeds verder in hun onderzoek naar ‘terraformatie’. Als nieuwe kolonisten arriveren lopen de spanningen hoog op. Ook hier moeten onderzoekers inzien dat hun werk wel degelijk ethische consequenties heeft. Niet alleen het overleven van de mens op Mars staat op het spel, maar ook hun vriendschappen en onderlinge relaties staan onder druk. Tegelijk krijg je als lezer het idee dat de kolonisatie van Mars in de toekomst ook echt zo zou kunnen verlopen. Het zal dan ook niemand verbazen dat mijn boek De derde macht en mijn verhaal De vluchteling in Het teken in de lucht gebaseerd zijn op de werken van Kim Stanley Robinson. Red Mars is een absolute aanrader als je ook maar een beetje geïnteresseerd bent in Mars of andere planeten in het algemeen.
Johan Klein Haneveld –
Top 5 SF-boeken voor beginners
Johan Klein Haneveld schreef tot nu toe veertien boeken, waaronder twee verhalenbundels, de SF-roman De Afvallige Ster en de novelle Plastic Vriend. IJsbrekers (De Zwijgende Aarde deel 5) is het meest recent uitgekomen.
Zijn korte verhalen verschenen onder andere op Modern Myths, in de tijdschriften Fantastische Vertellingen en SF Terra en in de bundels Ganymedes 17, Wereldbedenkers en Tenenkrommende Verhalen.
In december verschijnt van Johan de futuristische thriller De Quantumdetectives (geschreven samen met Theo Barkel) en in 2020 volgen de horrorbundel Ruisreizigers, de fantasyroman Hoeder van de Vulkaan en de SF-roman De Groene Toren. Lees ook zijn essays op Fantasy Schrijven.
Meer columns als Johan Klein Haneveld – Top 5 SF-boeken voor beginners? Kijk in onze rubriek Columns!
© 2019-2024 Modern Myths
Reactie plaatsen